In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 mei 2019 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag. De Staatssecretaris van Financiën had beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof van 1 december 2017, waarin het Hof had geoordeeld dat de kansspelbelasting die aan belanghebbende was nageheven over zijn winsten behaald bij de internetpokerdiensten Pokerstars.eu en Fulltilt.eu, niet terecht was. Belanghebbende, een ingezetene van Nederland, had in de periode van 1 juni 2012 tot en met 31 maart 2014 gepokerd via deze websites. De Inspecteur had 29 procent kansspelbelasting nageheven over het positieve resultaat van belanghebbende.
Het Hof had geoordeeld dat de heffing van kansspelbelasting over de winsten behaald bij deze aanbieders achterwege moest blijven, omdat deze aanbieders gevestigd zijn in een lidstaat van de Europese Unie. De Hoge Raad heeft het oordeel van het Hof in cassatie getoetst en heeft geoordeeld dat het middel van de Staatssecretaris slaagt. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het Hof vernietigd en het geding verwezen naar het Gerechtshof Amsterdam voor verdere behandeling en beslissing. De Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.
Deze uitspraak is van belang voor de vraag of en in hoeverre kansspelbelasting verschuldigd is over winsten behaald bij aanbieders die in andere EU-lidstaten zijn gevestigd. De Hoge Raad heeft hiermee een belangrijke uitspraak gedaan die gevolgen kan hebben voor de belastingheffing in vergelijkbare gevallen.