In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 mei 2019 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag. De Staatssecretaris van Financiën had beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof van 1 december 2017, waarin werd geoordeeld dat de belanghebbende, een ingezetene van Nederland, geen kansspelbelasting verschuldigd was over de winsten behaald met online poker via de website Pokerstars.fr. De belanghebbende had over de maand april 2012 een bedrag aan kansspelbelasting voldaan, maar het Hof oordeelde dat deze belasting niet verschuldigd was omdat de aanbieder van de internetpokerdiensten gevestigd was in een lidstaat van de Europese Unie.
De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie gegrond verklaard en de uitspraak van het Hof vernietigd. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof ten onrechte had geoordeeld dat er geen kansspelbelasting verschuldigd was over de winsten behaald bij de aanbieder. De Hoge Raad verwees de zaak naar het Gerechtshof Amsterdam voor verdere behandeling en beslissing, waarbij het arrest van de Hoge Raad in de zaak met nummer 18/00176 (ECLI:NL:HR:2019:548) als leidraad dient. De Hoge Raad heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken.
Deze uitspraak is van belang voor de heffing van kansspelbelasting bij online kansspelen en de positie van aanbieders gevestigd in andere EU-lidstaten.