ECLI:NL:HR:2019:466

Hoge Raad

Datum uitspraak
29 maart 2019
Publicatiedatum
28 maart 2019
Zaaknummer
19/00873
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep in cassatie tegen uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 maart 2019 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van belanghebbende tegen de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De zaak betreft een verzoek om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur, dat eerder door de Rechtbank Amsterdam was behandeld. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat er geen wettelijke basis is voor het indienen van een beroep in cassatie tegen uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Dit betekent dat de Hoge Raad niet bevoegd is om kennis te nemen van het beroep in cassatie. De Hoge Raad heeft daarom het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard. Daarnaast heeft de Hoge Raad geen redenen gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. De uitspraak is gedaan door een collegiaal orgaan, waarbij J. Wortel als voorzitter fungeerde, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de uitspraak.

Uitspraak

29 maart 2019
Nr. 19/00873
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X]te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van Statevan 13 februari 2019, nr. 201804137/1/A3, op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Amsterdam (nr. 17/6257) betreffende een door belanghebbende gedaan verzoek om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur.

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

Ingevolge artikel 78, lid 4, van de Wet op de rechterlijke organisatie neemt de Hoge Raad alleen kennis van het beroep in cassatie tegen uitspraken van de administratieve rechter voor zover dit bij wet is bepaald. Er is geen wettelijke bepaling die beroep in cassatie openstelt tegen een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het beroep in cassatie moet daarom niet-ontvankelijk worden verklaard.

2.Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen redenen voor een veroordeling in de proceskosten.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 29 maart 2019.