ECLI:NL:HR:2019:405

Hoge Raad

Datum uitspraak
22 maart 2019
Publicatiedatum
21 maart 2019
Zaaknummer
18/02759
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen uitspraak over legesheffing door gemeente Zaltbommel

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 22 maart 2019 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een eerdere uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De zaak betreft een beroep in cassatie van een belanghebbende tegen de uitspraak van het Hof van 15 mei 2018, waarin het hoger beroep van de belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland werd behandeld. De Rechtbank Gelderland had zich eerder uitgesproken over de leges die door de gemeente Zaltbommel aan de belanghebbende waren opgelegd.

De belanghebbende heeft in cassatie verschillende middelen aangevoerd tegen de uitspraak van het Hof. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaltbommel heeft een verweerschrift ingediend, waarop de belanghebbende heeft gereageerd met een conclusie van repliek. Het College heeft vervolgens een conclusie van dupliek ingediend.

De Hoge Raad heeft de aangevoerde middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelde dat, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, er geen nadere motivering nodig is, omdat de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Ten slotte heeft de Hoge Raad geen reden gezien om de gemeente Zaltbommel te veroordelen in de proceskosten. De uitspraak van de Hoge Raad is dat het beroep in cassatie ongegrond wordt verklaard.

Uitspraak

22 maart 2019
Nr. 18/02759
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X]te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het
Gerechtshof Arnhem-Leeuwardenvan 15 mei 2018, nr. 17/00640, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (nr. AWB 16/2278) betreffende van belanghebbende geheven leges.

1.Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen aangevoerd.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaltbommel (hierna: het College) heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
Het College heeft een conclusie van dupliek ingediend.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, omdat de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen reden voor een veroordeling in de proceskosten.

4.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer M.A. Fierstra als voorzitter, en de raadsheren J. Wortel en A.F.M.Q. Beukers-van Dooren, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 22 maart 2019.