ECLI:NL:HR:2019:317

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 maart 2019
Publicatiedatum
6 maart 2019
Zaaknummer
18/00763
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over redelijke prijs bij aanneming van werk en verzuim reparateur

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 maart 2019 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door [eiser] tegen Autoservice Luiken B.V. Het geschil betreft de aanneming van werk, specifiek de reparatie van een auto, waarbij geen prijs was afgesproken bij het sluiten van de overeenkomst. De Hoge Raad heeft zich gebogen over de vraag of er een redelijke prijs verschuldigd is op basis van artikel 7:752 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek. De zaak is eerder behandeld in feitelijke instanties, waaronder vonnissen van de kantonrechter te Almelo en arresten van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de klachten van [eiser] niet tot cassatie kunnen leiden, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en [eiser] in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van Luiken op nihil zijn begroot. De uitspraak is gedaan door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze, en openbaar uitgesproken door raadsheer M.V. Polak.

Uitspraak

8 maart 2019
Eerste Kamer
18/00763
TT/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. J. den Hoed,
t e g e n
AUTOSERVICE LUIKEN B.V.,
gevestigd te Hengelo,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en Luiken.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de vonnissen in de zaak 4652489\CV EXPL 15-6478 van de kantonrechter te Almelo van 22 maart 2016 en 28 juni 2016;
b. de arresten in de zaak 200.194.850 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 9 augustus 2016, 14 februari 2017 en 21 november 2017.
Het arrest van het hof van 21 november 2017 is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof van 21 november 2017 heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De procesinleiding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen Luiken is verstek verleend.
De zaak is voor [eiser] toegelicht door zijn advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal M.L.C.C. Lückers strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [eiser] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Luiken begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, T.H. Tanja-van den Broek en M.J. Kroeze, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.V. Polak op
8 maart 2019.