ECLI:NL:HR:2019:294

Hoge Raad

Datum uitspraak
5 maart 2019
Publicatiedatum
22 februari 2019
Zaaknummer
17/02387
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Lokaalvredebreuk en drugbezit in cassatie

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 9 mei 2017 uitspraak deed in een strafzaak tegen de verdachte. De verdachte is geboren in Marokko in 1994 en is aangeklaagd voor lokaalvredebreuk door een horecaontzegging te overtreden, alsook voor het aanwezig hebben van heroïne en cocaïne, in strijd met de Opiumwet. De verdediging heeft in cassatie geklaagd over de verwerping van het beroep op niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie, omdat er een toezegging zou zijn gedaan dat de zaak zonder tussenkomst van de rechter zou worden afgedaan met een werkstraf. Daarnaast is er geklaagd over het gebruik van een verklaring van de verdachte die niet vrijwillig tot stand zou zijn gekomen, omdat deze verklaring onder druk van de toezegging is afgelegd.

De Hoge Raad heeft op 5 maart 2019 uitspraak gedaan en het beroep verworpen. De Hoge Raad oordeelde dat de middelen niet tot cassatie konden leiden en dat dit, gezien artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering behoeft. De uitspraak van de Hoge Raad bevestigt de eerdere beslissing van het Gerechtshof en benadrukt de noodzaak van rechtszekerheid en rechtsontwikkeling in het strafrecht. De zaak heeft ook samenhang met een andere zaak, genummerd 17/02376.

Uitspraak

5 maart 2019
Strafkamer
nr. S 17/02387
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, van 9 mei 2017, nummer 21/002981-16, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] (Marokko) op [geboortedatum] 1994.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft B.P.M. Canoy, advocaat te Leeuwarden, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De raadsman heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en M.T. Boerlage, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
5 maart 2019.