ECLI:NL:HR:2019:25

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 januari 2019
Publicatiedatum
8 januari 2019
Zaaknummer
17/01960
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch inzake bedreiging

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van de verdachte tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, dat op 11 januari 2017 is gewezen. De verdachte, geboren in 1989, is in cassatie gegaan tegen de uitspraak van het hof in een strafzaak die betrekking heeft op bedreiging, zoals omschreven in artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht. De verdediging heeft middelen van cassatie ingediend, vertegenwoordigd door advocaat J.C. Oudijk uit Venlo. De Advocaat-Generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Volgens artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie behoeft dit geen nadere motivering, omdat de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft op 8 januari 2019 het beroep verworpen, waarbij het arrest is gewezen door vice-president J. de Hullu als voorzitter, samen met de raadsheren A.J.A. van Dorst en M.J. Borgers, in aanwezigheid van waarnemend griffier S.P. Bakker.

Uitspraak

8 januari 2019
Strafkamer
nr. S 17/01960
AKA
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 11 januari 2017, nummer 20/000370-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1989.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft J.C. Oudijk, advocaat te Venlo, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren A.J.A. van Dorst en M.J. Borgers, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
8 januari 2019.