Uitspraak
wonende te [woonplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
gevestigd te Putten,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
15 februari 2019.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep dat is ingesteld door twee eisers tegen de besluiten van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De zaak betreft de koop van een dressuurpaard en de vraag of de koper het paard als consument of bedrijfsmatig heeft aangeschaft, zoals geregeld in artikel 7:5 van het Burgerlijk Wetboek. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de kantonrechter en arresten van het hof die relevant zijn voor de beoordeling van de zaak. De eisers hebben beroep in cassatie ingesteld tegen de arresten van het hof van 28 maart 2017 en 19 september 2017. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, wat de Hoge Raad uiteindelijk ook heeft gedaan. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten van de eisers niet tot cassatie kunnen leiden, en dat er geen noodzaak is voor nadere motivering, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwerpt het beroep en veroordeelt de eisers in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerster, Fyto Horse Care B.V., zijn begroot op een totaal van € 4.872,34.