Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het in het principale beroep voorgestelde middel
Indien kan worden vastgesteld dat de belasting- of inhoudingsplichtige van zo’n pleitbaar standpunt is uitgegaan, kan niet de vergrijpboete worden opgelegd die is voorzien wegens het opzettelijk niet, dan wel onjuist of onvolledig voldoen aan de aangifteplicht (artikel 67d AWR), en evenmin de vergrijpboete die staat op het opzettelijk of grovelijk onachtzaam niet, niet volledig dan wel niet binnen de gestelde termijn betalen van belasting die op aangifte behoort te worden voldaan of afgedragen (artikel 67f AWR). [1]
In paragraaf 4 van het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst is bepaald, voor zover hier van belang, dat een pleitbaar standpunt ook het opleggen van een verzuimboete (zoals die van artikel 67c AWR) uitsluit.
De in de bestreden uitspraak aangehaalde beschouwingen in de conclusie van 18 juni 2015 laten zich aldus samenvatten dat de crisisheffing naar het inzicht van de Advocaat-Generaal een schending van het door artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM beschermde eigendomsrecht vormt voor zover deze heffing is verbonden aan beloningen die zijn toegekend voorafgaand aan de dag waarop het invoeren van de heffing werd aangekondigd (25 mei 2012).