Uitspraak
wonende te [woonplaats],
wonende op een geheim adres,
SAMEN VEILIG JEUGDBESCHERMING BRABANT,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
8 februari 2019.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 februari 2019 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een verzoek om deskundigenonderzoek in het kader van een gezag- en omgangsregeling. De zaak betreft een man die in cassatie is gegaan tegen eerdere beschikkingen van het gerechtshof 's-Hertogenbosch en het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De man, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. H.J.W. Alt, heeft beroep ingesteld tegen de beslissingen van de lagere rechters, die geen deskundigenonderzoek hebben bevolen. De vrouw en de gecertificeerde instelling, Samen Veilig Jeugdbescherming Brabant, zijn niet verschenen in de procedure.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de klachten van de man niet tot cassatie kunnen leiden. De raadsheren hebben geoordeeld dat de aangevoerde klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de eerdere beslissingen van de lagere rechters in stand blijven. De Hoge Raad heeft de conclusie van de plaatsvervangend Procureur-Generaal gevolgd, die had gepleit voor verwerping van het beroep.
De uitspraak van de Hoge Raad is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het duidelijk maakt onder welke omstandigheden een verzoek om deskundigenonderzoek kan worden ingewilligd in zaken die betrekking hebben op gezag en omgangsregelingen. De beslissing benadrukt ook de rol van de Hoge Raad in het waarborgen van de rechtsontwikkeling en rechtseenheid in het personen- en familierecht.