ECLI:NL:HR:2019:202

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 februari 2019
Publicatiedatum
8 februari 2019
Zaaknummer
18/01168
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over gezag en omgangsregeling in het personen- en familierecht

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 februari 2019 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een verzoek om deskundigenonderzoek in het kader van een gezag- en omgangsregeling. De zaak betreft een man die in cassatie is gegaan tegen eerdere beschikkingen van het gerechtshof 's-Hertogenbosch en het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De man, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. H.J.W. Alt, heeft beroep ingesteld tegen de beslissingen van de lagere rechters, die geen deskundigenonderzoek hebben bevolen. De vrouw en de gecertificeerde instelling, Samen Veilig Jeugdbescherming Brabant, zijn niet verschenen in de procedure.

De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de klachten van de man niet tot cassatie kunnen leiden. De raadsheren hebben geoordeeld dat de aangevoerde klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de eerdere beslissingen van de lagere rechters in stand blijven. De Hoge Raad heeft de conclusie van de plaatsvervangend Procureur-Generaal gevolgd, die had gepleit voor verwerping van het beroep.

De uitspraak van de Hoge Raad is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het duidelijk maakt onder welke omstandigheden een verzoek om deskundigenonderzoek kan worden ingewilligd in zaken die betrekking hebben op gezag en omgangsregelingen. De beslissing benadrukt ook de rol van de Hoge Raad in het waarborgen van de rechtsontwikkeling en rechtseenheid in het personen- en familierecht.

Uitspraak

8 februari 2019
Eerste Kamer
18/01168
TT/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[de man],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. H.J.W. Alt,
t e g e n
1. [de vrouw],
wonende op een geheim adres,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen,
2. De gecertificeerde instelling,
SAMEN VEILIG JEUGDBESCHERMING BRABANT,
BELANGHEBBENDE in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de man, de vrouw en de GI.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de beschikkingen in de zaak C/02/276004 FA RK 14-334 van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 23 april 2014 en 17 februari 2015;
b. de beschikking in de zaak 290500 van de rechtbank Oost-Brabant van 27 juli 2016;
c. de beschikking in de zaken 200.201.955/01 en 200.201.955/02 van het gerechtshof ′s-Hertogenbosch van 24 november 2016;
d. de beschikking in de zaken 200.207.736/01 en 200.207.736/02 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 19 december 2017.
De beschikking van het hof ′s-Hertogenbosch en de beschikking van het hof Arnhem-Leeuwarden zijn aan deze beschikking gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen de beschikkingen van het hof ′s-Hertogenbosch en het hof Arnhem-Leeuwarden heeft de man beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest en het aanvullend verzoekschrift zijn aan deze beschikking gehecht en maken daarvan deel uit.
De vrouw en de GI hebben geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de plaatsvervangend Procureur-Generaal strekt tot verwerping van het beroep.
De advocaat van de man heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, C.E. du Perron en C.H. Sieburgh, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.V. Polak op
8 februari 2019.