ECLI:NL:HR:2019:2015
Hoge Raad
- Artikel 80a RO-zaken
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen naheffingsaanslagen parkeerbelasting gemeente Amsterdam
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 december 2019 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van belanghebbende, [X] te [Z], tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 17 januari 2019. Het Gerechtshof had eerder het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Amsterdam behandeld, waarin meerdere naheffingsaanslagen in de parkeerbelasting van de gemeente Amsterdam aan belanghebbende waren opgelegd. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten van de partij die het beroep in cassatie heeft ingesteld, geen behandeling in cassatie rechtvaardigen. Dit was het geval omdat de belanghebbende klaarblijkelijk onvoldoende belang had bij het beroep in cassatie, of omdat de klachten niet tot cassatie konden leiden. Daarom heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard. Tevens heeft de Hoge Raad geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. Deze beslissing is openbaar uitgesproken en is genomen door de vice-president G. de Groot, samen met de raadsheren M.A. Fierstra en P.A.G.M. Cools, in aanwezigheid van de waarnemend griffier F. Treuren.