Uitspraak
gevestigd te Amsterdam,
wonende te [woonplaats],
1.Procesverloop
2.Uitgangspunten en feiten
- i) [verweerder] is sinds september 2012 bewoner van een woning te Amsterdam (hierna: de woning). [verweerder] heeft zich, toen hij de woning betrok, niet bij Waternet gemeld als nieuwe bewoner en de vorige bewoner heeft zich toen niet afgemeld. Waternet heeft drinkwater geleverd op dit adres.
- ii) De facturen voor de levering van drinkwater in de periode tot 1 januari 2014 zijn betaald door de vorige bewoner van de woning.
- iii) Op 12 november 2014 heeft Waternet een zogeheten welkombrief aan [verweerder] gestuurd.
- iv) Vanaf 18 november 2014 heeft Waternet [verweerder] facturen toegestuurd voor de levering van drinkwater in de periode vanaf 1 januari 2014.
- v) [verweerder] heeft geen betaling verricht op de door Waternet toegezonden facturen die zien op de periode van 1 januari 2014 tot 18 november 2016.
- vi) De afsluiting van de drinkwateraansluiting kan alleen in de woning plaatvinden.
3.Beoordeling van het middel
Wind Tre en Vodafone Italia [19] van het HvJEU. Om die reden lijkt bij de beantwoording van de hier aan de orde zijnde vragen niet bij dat arrest te kunnen worden aangesloten.
Wind Tre en Vodafone Italiahad betrekking op een handelspraktijk waarbij simkaarten in de handel werden gebracht waarop vooraf diensten waren geïnstalleerd en geactiveerd. De kosten van deze diensten werden in rekening gebracht aan de consument indien zij niet op diens uitdrukkelijk verzoek waren gedeactiveerd. De consument was niet naar behoren geïnformeerd over dit vooraf installeren en activeren van diensten en evenmin over de kosten van die diensten. Aan het HvJEU werd de vraag voorgelegd of een dergelijke handelspraktijk kon worden aangemerkt als een niet-gevraagde levering in de zin van punt 29 van bijlage I bij de Richtlijn oneerlijke handelspraktijken. Het HvJEU overwoog, voor zover hier van belang, als volgt:
Wind Tre en Vodafone Italia, brengen het Nederlandse wettelijke stelsel met betrekking tot de openbare drinkwatervoorziening en de gangbare praktijk mee (i) dat de consument geen keuzevrijheid heeft ten aanzien van het drinkwaterbedrijf dat door middel van leidingen drinkwater levert, (ii) dat alleen kosten in rekening worden gebracht nadat de consument een actieve en bewuste handeling heeft verricht, (iii) dat de gemiddelde consument in Nederland zich ervan bewust is dat die actieve en bewuste handeling leidt tot de levering van drinkwater en dat daaraan kosten zijn verbonden, en (iv) dat de kosten die het drinkwaterbedrijf in rekening brengt, kostendekkend, transparant en niet discriminerend zijn, waarop door de overheid wordt toegezien.
6.Beslissing
13 december 2019.