2.2.1Ten laste van de verdachte is onder meer bewezenverklaard dat:
“1.
Stichting [A] in de periode van 1 januari 2001 tot en met 1 augustus 2006
te Arnhem en/of Klazienaveen en/of Beesd en/of Bladel en/of Doornenburg, telkens met het oogmerk om zichzelf en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen heeft bewogen tot afgifte van meerdere geldbedragen,
hebbende de Stichting [A] toen en daar telkens listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen voorgehouden dat
a. [betrokkene 4] en [betrokkene 1] en [betrokkene 2] en [betrokkene 3] werkzaamheden in het kader van een dienstverband hebben verricht,
waardoor het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (telkens) werd bewogen tot bovenomschreven afgifte,
tot vorenstaande feiten verdachte, opdracht heeft gegeven en/of feitelijk leiding heeft gegeven aan de vorenstaande verboden gedraging(en).”
2.2.2Deze bewezenverklaring steunt op onder meer de volgende bewijsmiddelen:
“3. Een door [betrokkene 6] handgeschreven notitie d.d. 5-7-2005 gericht aan [betrokkene 5] en [verdachte] , ondertekend door [betrokkene 6] en [betrokkene 7] , voorzitter van [A] , bijlage D-068:
Nu het [A] de continuering van de aanstelling van [verdachte] heeft geaccordeerd is in overleg de volgende financiële regeling getroffen m.i.v. 01-06-05:
-1- Inschaling vindt plaats in maximum schaal 14. De werktijdfactor wordt 1,2.
-2- Via de fre’s (de Hoge Raad begrijpt: formatierekeneenheden) wordt een bedrag vergoed, wat leidt tot een totaal netto maandelijkse betaling van ca € 3500,- (e.e.a. zodanig dat de totale vergoeding/toeslag per maand € 3500 netto bedraagt)
-3- Daarnaast worden de onkosten vergoed op basis van de werkelijke kosten.
11. Verklaring [getuige 3], proces-verbaal van verhoor van een getuige, dossiernummer 45439, codenummer G02-01:
[verdachte] krijgt 50.000,- en werd al ruim betaald. Dit is een constructie om [verdachte] geld uit te betalen die gewoon niet klopt. Je kan de werktijdfactor verhogen tot 1,2, verder niet. [betrokkene 4] en [betrokkene 1] zijn ingedeeld op het maximum van hun schaal en bij elkaar opgeteld kom je dan op de netto vergoeding. Deze mensen hebben hier niet op school gewerkt. De voorgaande manier met [betrokkene 4] en [betrokkene 1] op de loonlijst ten laste van de fre’s valt ook bijna niet op en is de goedkoopste manier voor de school. Ik heb deze opdracht (D-017) gekregen van [betrokkene 5] en heb hem uitgevoerd. Ik vond dat vreemd en moest dat zo invoeren van [betrokkene 5] . Ik heb voor mijzelf ingevuld dat dit geld bestemd was voor [verdachte] . Het is ondenkbaar dat mensen een halfjaar lang op school hebben gewerkt zonder geld te krijgen en achteraf worden aangesteld. Dit is het gevolg van de mutaties die ik heb ingevoerd in CASO. [betrokkene 4] en [betrokkene 1] zijn met terugwerkende kracht ingevoerd per 1 januari 2005, dus is het logisch dat er in juli 2005 een groot bedrag wordt uitbetaald. Dat is het gevolg van de mutaties die ik heb ingevoerd in CASO.
12. Verklaring van [getuige 2] e.v. [B] , proces-verbaal van verhoor van een getuige, dossiernummer 45439, codenummer G03-01:
Het geld was bestemd voor [verdachte] (het hof begrijpt: verdachte). Zowel [betrokkene 4] als [betrokkene 1] hadden ander werk. [verdachte] ' salaris moest verhoogd worden. Het klopt dat [verdachte] € 3.500 boven op zijn salaris heeft ontvangen. Het behoorde niet tot het CAO-loon. [betrokkene 4] en [betrokkene 1] mochten en konden niet op de personeelslijst worden opgenomen, omdat beiden niet daadwerkelijk werkten voor de stichting [A] . Ik wist wel dat [betrokkene 1] en [betrokkene 4] op papier waren aangenomen en dat de betalingen op de bankrekeningen van [verdachte] gestort werden. Dit was een methode om het salaris van [verdachte] op te hogen. De data waren flauwekul. Door de uitbetaling van de € 3.500 aan [verdachte] op deze wijze te doen wordt het geld betaald uit de FRE’s.
15. Verklaring [verdachte] , wonende te [woonplaats] , proces-verbaal van verhoor van een verdachte, dossiernummer 45439, codenummer V01-03:
Zowel de MR als het managementteam heeft om mijn terugkeer verzocht. Ik werd eind mei gebeld door [betrokkene 6] . [betrokkene 6] gaf mij aan dat ik mijn eisen kon aangeven. Ik heb toen aangegeven dat ik terug wilde komen met behoud van salaris en een extra vergoeding van € 3500,-. Dit bedrag is nergens op gebaseerd. Ik had graag een andere vorm gehad maar dat is ons niet gelukt. Niemand heeft gezien hoe dit uit het vermogen betaald moest worden. Het ging om een ton en we zagen geen andere oplossing. Het had inderdaad uit het materiële budget betaald moeten worden. Er was kennelijk ruimte in de fre’s en daar is waarschijnlijk een kokervisie geweest. De school is daar wel beter van geworden, echter niet geheel op juiste wijze. De handtekening onder D-053 is van mij.
17. Verklaring van [betrokkene 5] , wonende te [woonplaats] , proces-verbaal van verhoor van een verdachte, dossiernummer 45439, codenummer V02-01:
Aan D-019 ligt een afspraak ten grondslag. De uitbetaling heb ik gerealiseerd door de WTF achteraf te verhogen. Op deze manier is er al ruim € 8.000 uitbetaald, vervolgens zijn zijn zoon en schoondochter opgevoerd als werknemer om de overige bedragen uit te kunnen betalen. Ik heb dit gedaan in het financieel belang van de school. Technisch was het niet mogelijk om het bedrag via [verdachte] (het hof begrijpt: verdachte) zelf uit te betalen omdat hij al op zijn maximum stond. We hadden Fre’s over en wij hebben [betrokkene 4] en [betrokkene 1] benoemd om te voorkomen dat de overblijvende Fre’s terug moesten naar het ministerie. We hebben naar eer en geweten voor deze oplossing gekozen. Het kon wel op een andere manier, maar dan hadden we geld uit een ander potje (bijvoorbeeld het materiële budget) moeten halen.
19. Een notitie van DB- [A] , d.d. 22 juni 2006, gericht aan [betrokkene 5] , afkomstig van en ondertekend door [betrokkene 7] , voorzitter en [betrokkene 6] , penningmeester, bijlage D-060:
Nu de algemeen directeur [verdachte] afscheid neemt na een dienstverband van 9 jaar bij [A] , heeft het DB besloten (13 juni 2006) om [verdachte] gezien zijn verdiensten voor [A] een substantieel afscheidscadeau te geven in de vorm van een prestatiebeloning van € 15000,- (netto).
Over betaling is overleg geweest met de financieel directeur (BK). Het moet passen binnen de financiële regels (bruteren?) en zal betaald worden uit de FRE’s en de verzilveringsmiddelen (mengvorm). De verdeling zal nog worden bezien door BK en worden terug gemeld aan de penningmeester.
35. Verklaring [verdachte] , proces-verbaal van verhoor van een verdachte dossiernummer 45439, codenummer V01-04:
(...) De constructie is door mij niet bedacht ( [betrokkene 6] en [betrokkene 5] ) maar is wel mede namens mij uitgevoerd. Je kunt niet anders betalen dan via het CASO-systeem. Daar kan achter gezet worden “op kas”. Deze bedragen worden dan niet uitbetaald aan het personeelslid, maar komen op kas te staan. Ik heb toen aan Ben gevraagd of hij salaris op kas heeft laten uitbetalen. Hij heeft het mij toen uitgelegd. Het wordt op een tijdelijke tussenrekening geboekt en later alsnog uitbetaald of het gaat terug naar OCW en wij krijgen dan de fre’s weer bij tegoed opgeteld.
67. Verklaring [getuige 1] e.v. [C] , proces-verbaal van verhoor van een getuige, dossiernummer 45439, codenummer G07-01:
Eigenlijk is het CASO de salarisadministratie, de feitelijke salarisbetalingen. Aan het begin van het schooljaar kreeg je het aantal fre’s toegekend die maandelijks als voorschot werden uitbetaald. De school kreeg het geld overgemaakt die vervolgens zelf verantwoordelijk was voor de doorbetaling aan het personeel, belasting, pensioen etc.”