ECLI:NL:HR:2019:1866
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak Gerechtshof Amsterdam inzake bindende tariefinlichting
In deze zaak heeft [X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 1 februari 2018, nr. 17/00192. Dit hoger beroep volgde op een eerdere uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nr. HAA15/1273) die betrekking had op een bindende tariefinlichting die aan belanghebbende was gegeven. De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend in deze cassatieprocedure.
De Hoge Raad heeft het middel beoordeeld en geconcludeerd dat het faalt op de gronden die zijn vermeld in het arrest dat eerder die dag is uitgesproken in de zaak met nummer 18/01048, waarin dezelfde partijen betrokken waren. De Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien om de Staatssecretaris te veroordelen in de proceskosten.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad op 29 november 2019 het beroep in cassatie ongegrond verklaard. Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, samen met de raadsheren E.N. Punt en M.E. van Hilten, en is in het openbaar uitgesproken.