ECLI:NL:HR:2019:1865
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak Gerechtshof Amsterdam inzake bindende tariefinlichting
In deze zaak heeft [X] B.V. beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 1 februari 2018, nummer 17/00193. Dit hoger beroep volgde op een eerdere uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nummer HAA15/1274) die betrekking had op een bindende tariefinlichting die aan belanghebbende was gegeven. De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend in deze cassatieprocedure.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en het middel dat door belanghebbende was ingediend, faalde op de gronden die zijn vermeld in een eerder arrest dat op dezelfde dag is uitgesproken in de zaak met nummer 18/01048, waarin dezelfde partijen betrokken waren. De Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien om de Staatssecretaris te veroordelen in de proceskosten.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad op 29 november 2019 het beroep in cassatie ongegrond verklaard. Dit arrest is uitgesproken door vice-president R.J. Koopman, samen met de raadsheren E.N. Punt en M.E. van Hilten, in aanwezigheid van waarnemend griffier E. Cichowski. De uitspraak is openbaar gedaan, waarmee de Hoge Raad zijn oordeel over de bindende tariefinlichting heeft bevestigd.