ECLI:NL:HR:2019:1860

Hoge Raad

Datum uitspraak
29 november 2019
Publicatiedatum
27 november 2019
Zaaknummer
19/00957
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over onteigening en rechtsstrijdgrenzen in het kader van een inpassingsplan

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 november 2019 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van [de eigenaar] tegen de Provincie Overijssel. De zaak betreft een onteigening in het kader van een ander (inpassings)plan dan oorspronkelijk voorzien. De Hoge Raad verwijst naar het vonnis van de rechtbank Overijssel van 30 januari 2019, waartegen [de eigenaar] beroep in cassatie heeft ingesteld. De Provincie heeft een verweerschrift ingediend en de zaak is toegelicht door haar advocaat. De conclusie van de Advocaat-Generaal P.J. Wattel strekt tot verwerping van het cassatieberoep op basis van artikel 81 van de Wet RO.

De Hoge Raad heeft de klachten die in het middel zijn aangevoerd, niet gegrond bevonden. De klachten leiden niet tot cassatie, en er is geen noodzaak voor nadere motivering, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van [de eigenaar] verworpen en hem veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 882,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer19/00957
Datum29 november 2019
ARREST
In de zaak van
[de eigenaar],
wonende te [woonplaats],
EISERES tot cassatie,
hierna: [de eigenaar],
advocaat: mr. J.P. van den Berg,
tegen
PROVINCIE OVERIJSSEL,
zetelende te Zwolle,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: de Provincie,
advocaat: mr. J.F. de Groot.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar het vonnis in de zaak C/08/216378 / HA ZA 18-169 van de rechtbank Overijssel van 30 januari 2019.
[de eigenaar] heeft tegen het vonnis van de rechtbank beroep in cassatie ingesteld. De Provincie heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor de Provincie toegelicht door haar advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal P.J. Wattel strekt tot verwerping met toepassing van art. 81 Wet RO.
De advocaat van [de eigenaar] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
  • verwerpt het beroep;
  • veroordeelt [de eigenaar] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Provincie begroot op € 882,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien [de eigenaar] deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident E.J. Numann als voorzitter en de raadsheren C.E. du Perron, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh en F.J.P. Lock, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer C.E. du Perron op
29 november 2019.