ECLI:NL:HR:2019:1819

Hoge Raad

Datum uitspraak
5 november 2019
Publicatiedatum
20 november 2019
Zaaknummer
18/00102
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Openlijke geweldpleging in schoolgebouw door verdachte met zoon en zwager

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 5 november 2019 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De zaak betreft openlijke geweldpleging door de verdachte, die samen met zijn zoon en zwager een minderjarige scholier heeft geschopt en geslagen in een schoolgebouw, naar aanleiding van een eerdere ruzie met zijn zoon. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het oordeel van het Hof dat er sprake was van 'openlijk' geweld in de zin van artikel 141 van het Wetboek van Strafrecht, niet toereikend gemotiveerd was. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd en de zaak teruggeworpen naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor herbehandeling.

De plaatsvervangend Advocaat-Generaal D.J.M.W. Paridaens had geconcludeerd tot vernietiging van het arrest van het Hof en terugwijzing van de zaak. Het middel dat door de verdachte was voorgesteld, betrof de onjuiste rechtsopvatting van het Hof over het bestanddeel 'openlijk' en de ontoereikende motivering van de bewezenverklaring. De Hoge Raad heeft de gronden van de Advocaat-Generaal gevolgd en heeft de zaak terugverwezen naar het Hof voor een nieuwe behandeling van het hoger beroep.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer18/00102
Datum5 november 2019
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 29 december 2017, nummer 21/002846-17, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1970,
hierna: de verdachte.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft J.J. Bussink, advocaat te Utrecht, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De plaatsvervangend Advocaat-Generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.

2.Beoordeling van het middel

2.1.
Het middel klaagt dat het oordeel van het Hof dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan openlijke geweldpleging getuigt van een onjuiste rechtsopvatting over het bestanddeel ‘openlijk’, dan wel dat de bewezenverklaring daarvan ontoereikend is gemotiveerd.
2.2.
Op de gronden die zijn vermeld in de conclusie van de plaatsvervangend Advocaat-Generaal is het middel terecht voorgesteld.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- vernietigt de bestreden uitspraak;
- wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem,
opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren M.J. Borgers en A.E.M. Röttgering, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P.J. Lugtenburg, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
5 november 2019.