ECLI:NL:HR:2019:1608

Hoge Raad

Datum uitspraak
18 oktober 2019
Publicatiedatum
17 oktober 2019
Zaaknummer
19/00615
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie in een zaak betreffende uithuisplaatsing en de toepassing van artikel 1:265b BW

In deze zaak heeft de moeder, wonende te [woonplaats], cassatie ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof Amsterdam. De moeder was in deze procedure de verzoekster en werd bijgestaan door haar advocaat, mr. C. Reijntjes-Wendenburg. De tegenpartij, de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Regio Amsterdam, vertegenwoordigd door advocaat mr. J. van Duijvendijk-Brand, heeft verzocht het cassatieberoep te verwerpen. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de relevante wetgeving, waaronder artikel 1:265b lid 1 van het Burgerlijk Wetboek en artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De conclusie van de Advocaat-Generaal M.L.C.C. Lückers was dat het beroep moest worden verworpen. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de klachten die in het cassatierekest zijn aangevoerd, niet tot cassatie konden leiden. Dit werd onderbouwd met de overweging dat de klachten geen nadere motivering behoefden, aangezien ze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad op 18 oktober 2019 het beroep verworpen, en deze beschikking is openbaar uitgesproken door raadsheer C.E. du Perron.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer19/00615
Datum18 oktober 2019
BESCHIKKING
In de zaak van
[de moeder],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
hierna: de moeder,
advocaat: mr. C. Reijntjes-Wendenburg,
tegen
DE GECERTIFICEERDE INSTELLING JEUGDBESCHERMING REGIO AMSTERDAM,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: de GI,
advocaat: mr. J. van Duijvendijk-Brand.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de beschikkingen in de zaak C/13/641842 /JE RK 18-51 en C/13/640970 /JE RK 17-1315 van de rechtbank Amsterdam van 12 april 2018;
b. de beschikking in de zaak 200.242.347/01 van het gerechtshof Amsterdam van 6 november 2018.
De moeder heeft tegen de beschikking van het hof beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit. De GI heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal M.L.C.C. Lückers strekt tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, C.H. Sieburgh en F.J.P. Lock, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer C.E. du Perron op
18 oktober 2019.