In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 oktober 2019 een arrest uitgesproken, waarin enkele woorden in de rechtsoverwegingen zijn weggevallen. Dit betreft een zaak tussen ING Bank N.V. en een cliënt, waarbij het ging om de informatieverstrekking bij een renteswap en de vraag of er sprake was van dwaling. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat in de rechtsoverwegingen fouten zijn gemaakt die eenvoudig hersteld konden worden op grond van artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De advocaten van beide partijen zijn op de hoogte gesteld van het voornemen tot herstel en hebben geen bezwaar gemaakt. De Procureur-Generaal heeft geen aanvullend commentaar geleverd. Op 11 oktober 2019 heeft de Hoge Raad het arrest verbeterd, waarbij de juiste formuleringen zijn hersteld. De verbeteringen zijn op de minuut van het oorspronkelijke arrest gesteld, zodat de inhoud nu correct is weergegeven. Dit arrest benadrukt het belang van zorgvuldige informatieverstrekking door financiële instellingen en de verantwoordelijkheden van partijen bij het aangaan van contracten.