ECLI:NL:HR:2019:1570
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie inzake belastingrecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 oktober 2019 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van [X] LTD, gevestigd te [Z]. Het beroep was ingesteld tegen een eerdere uitspraak, maar de Hoge Raad heeft vastgesteld dat belanghebbende niet heeft voldaan aan de verzoeken van de griffier. De griffier had op 16 juli 2019 een aangetekende brief gestuurd waarin belanghebbende werd verzocht om binnen vier weken een afschrift van de bestreden uitspraak over te leggen. Deze brief is volgens de gegevens van PostNL afgehaald, maar belanghebbende heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om de benodigde documenten in te dienen. Hierdoor was het voor de Hoge Raad niet mogelijk om te bepalen waar het geschil precies over ging. Als gevolg hiervan heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard. De Hoge Raad heeft ook geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. Het arrest is openbaar uitgesproken en ondertekend door de voorzitter en de raadsheren, met de waarnemend griffier aanwezig.