Uitspraak
gevestigd te Amsterdam,
gevestigd te Amsterdam,
gevestigd te Den Haag,
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
11 oktober 2019.
Hoge Raad
In de zaak van InnoParking c.s. tegen Pink and Nelson B.V. heeft de Hoge Raad op 11 oktober 2019 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure. InnoParking c.s., bestaande uit InnoParking B.V. en Purcel B.V., hebben beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag. Pink and Nelson B.V. is niet verschenen in de procedure, waardoor verstek is verleend. De Advocaat-Generaal G.R.B. van Peursem heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, met toepassing van artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO). De advocaat van InnoParking c.s. heeft schriftelijk op deze conclusie gereageerd.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81 lid 1 RO, dat bepaalt dat de Hoge Raad niet verplicht is om nadere motivering te geven als de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en InnoParking c.s. veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Pink and Nelson B.V. zijn begroot op nihil. Deze uitspraak benadrukt de strikte toepassing van de regels omtrent cassatie en de rol van de Hoge Raad in het waarborgen van de rechtsontwikkeling.