Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het eerste middel
3.Beoordeling van het tweede middel
4.Beslissing
8 oktober 2019.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam, dat op 8 juni 2018 uitspraak deed in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1999. De verdachte is beschuldigd van diefstal van een koffer van een toerist op het station in Amsterdam, wat valt onder artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht. De Hoge Raad heeft op 8 oktober 2019 uitspraak gedaan in deze zaak, met zaaknummer 18/02870.
De advocaat van de verdachte, E. El Assrouti, heeft middelen van cassatie voorgesteld, die zijn gehecht aan het arrest. De Advocaat-Generaal B.F. Keulen heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest, maar alleen wat betreft de strafoplegging, en heeft verzocht om terugwijzing naar het Gerechtshof Amsterdam voor herbehandeling van de zaak.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het Hof onjuist heeft geoordeeld over de toepassing van artikel 22b van het Wetboek van Strafrecht, dat een verbod op de oplegging van een taakstraf inhoudt. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd, maar uitsluitend wat betreft de strafoplegging, en de zaak terugverwezen naar het Gerechtshof Amsterdam voor herbehandeling. Het beroep is voor het overige verworpen.