ECLI:NL:HR:2019:1546

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 oktober 2019
Publicatiedatum
7 oktober 2019
Zaaknummer
18/02870
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen arrest Gerechtshof Amsterdam inzake diefstal van koffer op station

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam, dat op 8 juni 2018 uitspraak deed in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1999. De verdachte is beschuldigd van diefstal van een koffer van een toerist op het station in Amsterdam, wat valt onder artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht. De Hoge Raad heeft op 8 oktober 2019 uitspraak gedaan in deze zaak, met zaaknummer 18/02870.

De advocaat van de verdachte, E. El Assrouti, heeft middelen van cassatie voorgesteld, die zijn gehecht aan het arrest. De Advocaat-Generaal B.F. Keulen heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest, maar alleen wat betreft de strafoplegging, en heeft verzocht om terugwijzing naar het Gerechtshof Amsterdam voor herbehandeling van de zaak.

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het Hof onjuist heeft geoordeeld over de toepassing van artikel 22b van het Wetboek van Strafrecht, dat een verbod op de oplegging van een taakstraf inhoudt. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd, maar uitsluitend wat betreft de strafoplegging, en de zaak terugverwezen naar het Gerechtshof Amsterdam voor herbehandeling. Het beroep is voor het overige verworpen.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer18/02870
Datum8 oktober 2019
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 8 juni 2018, nummer 23/003317-17, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1999,
hierna: de verdachte.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft E. El Assrouti, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal B.F. Keulen heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest, maar uitsluitend wat betreft de strafoplegging, en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof Amsterdam, teneinde in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.

2.Beoordeling van het eerste middel

2.1
Het middel klaagt over het oordeel van het Hof dat het in art. 22b Sr bedoelde verbod tot oplegging van een taakstraf van toepassing is.
2.2
Op de gronden die zijn vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 4 tot en met 10 is het middel terecht voorgesteld.
2.3
Het middel slaagt.

3.Beoordeling van het tweede middel

Gelet op de hierna volgende beslissing behoeft het middel geen bespreking.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
- vernietigt de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de strafoplegging;
- wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Amsterdam, opdat de zaak in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan;
- verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en A.L.J. van Strien, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
8 oktober 2019.