ECLI:NL:HR:2019:1537

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 oktober 2019
Publicatiedatum
4 oktober 2019
Zaaknummer
18/00522
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen verstekverlening in strafzaak wegens snelheidsovertreding

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam, waarbij verstek is verleend tegen een niet verschenen verdachte in een strafzaak betreffende een snelheidsovertreding. De Hoge Raad heeft op 8 oktober 2019 uitspraak gedaan in deze zaak, met nummer 18/00522. De verdachte, geboren in 1990, had een beroep ingesteld tegen de beslissing van het Hof om verstek te verlenen, nadat de appeldagvaarding in persoon was uitgereikt. De verdachte had echter uit de oproeping voor een nadere behandeling van haar zaak kunnen afleiden dat de inhoudelijke behandeling pas op een later tijdstip zou plaatsvinden, waardoor haar aanwezigheid niet noodzakelijk was. De Advocaat-Generaal D.J.C. Aben concludeerde tot vernietiging van het bestreden arrest en terugwijzing naar het Gerechtshof Amsterdam. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof ten onrechte verstek had verleend, omdat niet was vastgesteld of het Hof zijn onderzoeksverplichting was nagekomen. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof en wees de zaak terug voor een nieuwe behandeling.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer18/00522
Datum8 oktober 2019
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 14 december 2017, nummer 23/002191-17, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1990,
hierna: de verdachte.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft F. van Baarlen, advocaat te Eindhoven, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof Amsterdam, teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.

2.Beoordeling van het middel

2.1
Het middel klaagt over de beslissing van het Hof tot het verlenen van verstek tegen de niet verschenen verdachte.
2.2
Op de gronden die zijn vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 4.1 is het middel terecht voorgesteld.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- vernietigt de bestreden uitspraak;
- wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Amsterdam, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren V. van den Brink en M.J. Borgers, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
8 oktober 2019.