ECLI:NL:HR:2019:1396
Hoge Raad
- Artikel 80a RO-zaken
- R.J. Koopman
- P.M.F. van Loon
- L.F. van Kalmthout
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen naheffingsaanslagen motorrijtuigenbelasting
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 september 2019 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van [X] te Slowakije tegen de Staatssecretaris van Financiën. Het beroep in cassatie was gericht tegen een uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 7 februari 2019, waarin naheffingsaanslagen in de motorrijtuigenbelasting waren opgelegd over de tijdvakken van 21 augustus 2015 tot en met 20 november 2015 en van 21 november 2015 tot en met 20 februari 2016, alsook de daarbij gegeven boetebeschikkingen. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het cassatieberoep beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten die door de belanghebbende zijn aangevoerd geen behandeling in cassatie rechtvaardigen. Dit is gebaseerd op het feit dat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep, dan wel dat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden. Daarom heeft de Hoge Raad, gehoord de Procureur-Generaal, het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard. Tevens heeft de Hoge Raad geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. Het arrest is gewezen door vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en L.F. van Kalmthout, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en is in het openbaar uitgesproken op de genoemde datum.