ECLI:NL:HR:2019:1388
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State inzake ontvankelijkheid van het beroep
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 september 2019 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van [X] te [Z] tegen de Staatssecretaris van Financiën. Het beroep was gericht tegen een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 3 juli 2019, waarin het verzet van belanghebbende tegen een eerdere uitspraak van 15 april 2019 werd behandeld. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat er geen wettelijke basis is voor het openstellen van beroep in cassatie tegen uitspraken van de administratieve rechter, zoals de Raad van State. Dit betekent dat de Hoge Raad niet bevoegd is om het beroep in cassatie te behandelen. Daarom heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard. Tevens heeft de Hoge Raad geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. De uitspraak is gedaan door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, samen met de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, en is openbaar uitgesproken op de genoemde datum.