ECLI:NL:HR:2019:1272
Hoge Raad
- Artikel 80a RO-zaken
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie inzake inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 juli 2019 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van [X] te [Z] tegen de Staatssecretaris van Financiën. Het beroep was gericht tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 17 januari 2019, waarin de aan belanghebbende voor de jaren 2014 en 2015 opgelegde aanslagen in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen aan de orde waren. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie beoordeeld en geconcludeerd dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen. Dit was het geval omdat de partij die het beroep in cassatie had ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang had bij het beroep of omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie konden leiden. Daarom heeft de Hoge Raad, met toepassing van artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie, het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard. Tevens heeft de Hoge Raad geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.