ECLI:NL:HR:2019:1261

Hoge Raad

Datum uitspraak
19 juli 2019
Publicatiedatum
18 juli 2019
Zaaknummer
17/06095
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Intellectueel-eigendomsrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over octrooirecht en inventiviteit in kort geding

In deze zaak heeft Sandoz B.V. (hierna: Sandoz) beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag. De zaak betreft een geschil over de geldigheid van een octrooi dat is verleend aan AstraZeneca AB (hierna: AstraZeneca). Sandoz, vertegenwoordigd door mr. T. Cohen Jehoram, betwist de geldigheid van het octrooi en heeft in eerste instantie een kort geding aangespannen. AstraZeneca, vertegenwoordigd door mr. F.W.E. Eijsvogels, heeft een verweerschrift ingediend en de Hoge Raad heeft de zaak behandeld.

De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 19 juli 2019 geoordeeld dat de klachten van Sandoz niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen en arresten in de feitelijke instanties, waaronder vonnissen van de rechtbank Den Haag en een arrest van het gerechtshof Den Haag. De Hoge Raad oordeelt dat de aangevoerde klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling, zoals vereist onder artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

Daarnaast heeft de Hoge Raad Sandoz veroordeeld in de proceskosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 75.000,--. Dit bedrag is toegewezen aan AstraZeneca, die aanspraak maakt op deze kosten. De beslissing van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken door vicepresident E.J. Numann, die de zitting heeft geleid, samen met de andere raadsheren.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer17/06095
Datum19 juli 2019
ARREST
In de zaak van
SANDOZ B.V.,
gevestigd te Almere,
EISERES tot cassatie,
hierna: Sandoz,
advocaat: mr. T. Cohen Jehoram,
tegen
ASTRAZENECA AB,
gevestigd te Södertälje, Zweden,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: AstraZeneca,
advocaat: mr. F.W.E. Eijsvogels.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de vonnissen in de zaak C/09/513437/KG ZA 16-779 van de voorzieningenrechter in de rechtbank Den Haag van 6 juli 2016 en 27 juli 2016;
b. het arrest in de zaak 200.200.332./01 van het gerechtshof Den Haag van 31 oktober 2017.
Sandoz heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld. AstraZeneca heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal G.R.B. van Peursem strekt tot verwerping.
De advocaat van Sandoz heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Als de in cassatie in het ongelijk gestelde partij dient Sandoz te worden veroordeeld in de proceskosten. Partijen hebben over de hoogte daarvan uitdrukkelijk overeenstemming bereikt als bedoeld in art. 4 van de Indicatietarieven in IE-zaken Hoge Raad 2017. AstraZeneca heeft uit dien hoofde aanspraak op een bedrag van € 75.000,--. Dit bedrag, dat niet onredelijk of onevenredig voorkomt, zal dan ook worden toegewezen.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt Sandoz in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van AstraZeneca begroot op € 75.000,--.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident E.J. Numann als voorzitter en de raadsheren M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron en H.M. Wattendorff, en in het openbaar uitgesproken door de vicepresident E.J. Numann op
19 juli 2019.