ECLI:NL:HR:2019:1249
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak Rechtbank Amsterdam inzake belastingzaak belanghebbende
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende, [X] te [Z], tegen de uitspraak van de Rechtbank Amsterdam van 11 januari 2019, nr. AMS 17/6830 V. Dit beroep is gericht tegen een eerdere uitspraak van de Rechtbank van 20 juni 2018. Belanghebbende heeft een aantal klachten ingediend tegen de uitspraak van de Rechtbank op het verzet. De Hoge Raad heeft de klachten beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft ook geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond verklaard. Het arrest is uitgesproken in het openbaar op 19 juli 2019 door de raadsheer M.A. Fierstra als voorzitter, samen met de raadsheren J. Wortel en A.F.M.Q. Beukers-van Dooren, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren.