Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van de klachten
info@beverwijk.nlbezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslag.
27 februari 2017 beroep ingesteld bij de Rechtbank.
Hoge Raad
In deze zaak heeft belanghebbende, een individu uit [Z], beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 15 januari 2019. Dit beroep volgde op een eerdere uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, waarin een naheffingsaanslag in de parkeerbelasting door de gemeente Beverwijk aan belanghebbende was opgelegd. De heffingsambtenaar had het bezwaar van belanghebbende niet-ontvankelijk verklaard wegens overschrijding van de bezwaartermijn. Belanghebbende stelde dat hij op 2 juni 2016 bezwaar had gemaakt via e-mail, maar het Hof oordeelde dat dit bezwaar niet tijdig was ingediend en dat er sprake was van kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht. De Hoge Raad heeft de klachten van belanghebbende in cassatie verworpen. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof terecht had geoordeeld dat belanghebbende geen aanvaardbare verklaring had gegeven voor het ongebruikt laten van het juiste adres voor het indienen van het bezwaar. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie ongegrond en zag geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.