ECLI:NL:HR:2019:1071

Hoge Raad

Datum uitspraak
9 juli 2019
Publicatiedatum
1 juli 2019
Zaaknummer
18/05081
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen de beslissing van het Hof over einduitspraak in strafzaak

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 juli 2019 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure ingesteld door het Openbaar Ministerie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Het Hof had in hoger beroep de Officier van Justitie niet-ontvankelijk verklaard in zijn vervolging, omdat de beslissing van de Rechtbank geen einduitspraak zou zijn. De Hoge Raad oordeelt echter dat de beslissing van de Rechtbank, gegeven op 12 juni 2014, wel degelijk als einduitspraak moet worden aangemerkt in de zin van artikel 138 van het Wetboek van Strafvordering (Sv). Dit betekent dat er wel degelijk hoger beroep openstaat tegen deze beslissing. De Hoge Raad verwijst naar eerdere jurisprudentie, met name ECLI:NL:HR:2016:1, waarin is vastgesteld dat een beslissing tot niet-ontvankelijkheid van de Officier van Justitie in de vervolging een einduitspraak is. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof en wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zodat de zaak opnieuw kan worden berecht en afgedaan. Deze uitspraak benadrukt het belang van de juiste kwalificatie van uitspraken in het strafrecht en de mogelijkheden voor hoger beroep.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer18/05081
Datum9 juli 2019
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, Economische Kamer, van 16 april 2015, nummer 21/003702-14, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1955,
hierna: de verdachte.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door het Openbaar Ministerie. Het heeft bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal G. Knigge heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, economische kamer, om opnieuw te worden berecht en afgedaan.

2.Beoordeling van het middel

2.1
Het middel klaagt dat het oordeel van het Hof dat de door de Rechtbank op 12 juni 2014 gegeven beslissing geen einduitspraak is in de zin van art. 138 Sv waartegen hoger beroep openstaat, blijk geeft van een onjuiste rechtsopvatting, althans ontoereikend is gemotiveerd.
2.2
Op de gronden die zijn vermeld in HR 5 januari 2016, ECLI:NL:HR:2016:1 is het middel terecht voorgesteld.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- vernietigt de bestreden uitspraak;
- wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, opdat de zaak opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren V. van den Brink en A.L.J. van Strien, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
9 juli 2019.