ECLI:NL:HR:2019:1057

Hoge Raad

Datum uitspraak
28 juni 2019
Publicatiedatum
28 juni 2019
Zaaknummer
18/04243
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen uitspraak Gerechtshof Amsterdam inzake rioolheffing gemeente Wormerland

In deze zaak heeft belanghebbende, [X] te [Z], beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 21 augustus 2018, nr. 17/00111. Dit hoger beroep was gericht tegen een eerdere uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nr. ALK 16/2036) betreffende de aan belanghebbende opgelegde aanslag in de rioolheffing voor het jaar 2015 door de gemeente Wormerland. De Hoge Raad heeft de klachten van belanghebbende beoordeeld, waarbij het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Wormerland een verweerschrift heeft ingediend. Belanghebbende heeft gereageerd met een conclusie van repliek, waarop het College weer heeft gereageerd met een conclusie van dupliek.

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten van belanghebbende niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, waarbij de Hoge Raad concludeert dat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft ook geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond verklaard. Dit arrest is uitgesproken in het openbaar op 28 juni 2019 door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, samen met de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer18/04243
Datum28 juni 2019
ARREST
In de zaak van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen
het COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE WORMERLAND
op het beroep in cassatie gericht tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 21 augustus 2018, nr. 17/00111, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nr. ALK 16/2036) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2015 opgelegde aanslag in de rioolheffing van de gemeente Wormerland.

1.Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wormerland (hierna: het College) heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
Het College heeft een conclusie van dupliek ingediend.

2.Beoordeling van de klachten

De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

4.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 28 juni 2019.