ECLI:NL:HR:2019:1029

Hoge Raad

Datum uitspraak
25 juni 2019
Publicatiedatum
25 juni 2019
Zaaknummer
17/04152
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gewoontewitwassen door langdurige inlevering van uit misdrijf afkomstige sieraden

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 25 juni 2019 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 14 augustus 2017 werd gewezen. De zaak betreft de verdachte, geboren in 1963, die zich gedurende een lange periode intensief heeft beziggehouden met het inleveren van sieraden die afkomstig zijn uit misdrijf. Dit gedrag valt onder de bepalingen van artikel 420bis.1.b jo. 420ter van het Wetboek van Strafrecht, dat betrekking heeft op gewoontewitwassen.

De verdachte heeft in cassatie middelen voorgesteld, vertegenwoordigd door zijn advocaat J.C. Reisinger uit Utrecht. De Advocaat-Generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat er geen nadere motivering nodig is, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep van de verdachte verworpen, waarmee de eerdere uitspraak van het Gerechtshof in stand blijft. Dit arrest is uitgesproken ter openbare terechtzitting en is ondertekend door de vice-president en de raadsheren, met de waarnemend griffier aanwezig.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer17/04152
Datum25 juni 2019
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 14 augustus 2017, nummer 21/001560-16, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] in het jaar 1963,
hierna: de verdachte.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft J.C. Reisinger, advocaat te Utrecht, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren V. van den Brink en E.S.G.N.A.I. van de Griend, in bijzijn van de waarnemend griffier B.C. Broekhuizen-Meuter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
25 juni 2019.