ECLI:NL:HR:2018:977

Hoge Raad

Datum uitspraak
22 juni 2018
Publicatiedatum
20 juni 2018
Zaaknummer
17/02446
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over onderhandelingen tussen hotel en gemeente over uitbreiding, met aandacht voor totstandkomingsvoorbehoud en zorgvuldigheidsbeginsel

In deze zaak heeft HOTEL SCHYLGE BEHEER B.V. cassatie ingesteld tegen de Gemeente Terschelling. De zaak betreft onderhandelingen tussen het hotel en de gemeente over de uitbreiding van het hotel. De gemeenteraad heeft echter niet ingestemd met de plannen, wat leidt tot de vraag of er sprake is van een totstandkomingsvoorbehoud of een opschortende voorwaarde. Daarnaast wordt er gekeken naar het opgewekte vertrouwen en de mogelijke schending van het zorgvuldigheidsbeginsel.

De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken, waaronder een vonnis van de rechtbank Noord-Nederland en een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, en de Hoge Raad heeft deze conclusie gevolgd. De klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, kunnen niet leiden tot cassatie, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en Schylge Beheer veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op een totaal van € 3.054,34, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan. Het arrest is uitgesproken op 22 juni 2018.

Uitspraak

22 juni 2018
Eerste Kamer
17/02446
TT/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
HOTEL SCHYLGE BEHEER B.V.,
gevestigd te Harlingen,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. M.W. Scheltema,
t e g e n
GEMEENTE TERSCHELLING,
zetelende te West-Terschelling,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. W.H. van Hemel.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Schylge Beheer en de Gemeente.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. het vonnis in de zaak C/17/132629/HA ZA 14-58 van de rechtbank Noord-Nederland van 11 februari 2015;
b. het arrest in de zaak 200.168.801/01 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 21 februari 2017.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof heeft Schylge Beheer beroep in cassatie ingesteld. De procesinleiding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Gemeente heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van Schylge Beheer heeft bij brief van30 april 2018 op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Schylge Beheer in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Gemeente begroot op € 854,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien Schylge Beheer deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, M.V. Polak en C.E. du Perron, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer T.H. Tanja-van den Broek op
22 juni 2018.