Uitspraak
Schylge Beheer,
de Gemeente,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.De beoordeling van de grieven en de vordering
"Tevens heeft in mei 2012 een informatieavond voor de gemeenteraad plaatsgevonden, waarbij de heer [B] de plannen van Hotel Schylge Beheer B.V. uiteen heeft gezet."
grief 2komt Schylge Beheer op tegen het oordeel van de rechtbank dat zij onvoldoende heeft gesteld om te kunnen oordelen dat een beroep van de Gemeente op een door haar gemaakt totstandkomingsvoorbehoud naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn (rechtsoverwegingen 4.8 en 4.9 van het vonnis van 11 februari 2015). In dat verband heeft Schylge Beheer vooropgesteld dat er geen sprake is van een totstandkomingsvoorbehoud. Naar haar mening, die zij heeft gebaseerd op een passage uit het Gemeenteblad, bestaat er een overeenkomst tussen de Gemeente en Schylge Beheer, waarvan de werking eerst ingaat zodra de gemeenteraad haar instemming heeft gegeven. Volgens Schylge Beheer betreft het daarom een opschortende voorwaarde als bedoeld in artikel 6:22 BW. Met een beroep op de redelijkheid en billijkheid en onder verwijzing naar artikel 6:23 BW heeft zij betoogd dat het voorbehoud als vervuld heeft te gelden, omdat de Gemeente belang had bij de niet-vervulling van de voorwaarde en de vervulling daarvan heeft belet.