ECLI:NL:HR:2018:954

Hoge Raad

Datum uitspraak
19 juni 2018
Publicatiedatum
20 juni 2018
Zaaknummer
17/04688
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oplegging van TBS met dwangverpleging na poging tot doodslag op ex-partner

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 juni 2018 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 7 juni 2017. De verdachte, geboren in 1960, was in cassatie gegaan tegen de oplegging van TBS met dwangverpleging naar aanleiding van een poging tot doodslag op zijn ex-partner. De verdediging voerde aan dat het Hof ten onrechte had geoordeeld dat de verdachte, die niet onherroepelijk was veroordeeld voor andere strafbare feiten, een te groot gevaar voor anderen vormde. Het middel klaagde dat het Hof bij zijn oordeel had meegenomen dat het niet onaannemelijk was dat de verdachte in de relationele sfeer vaker geweld had toegepast. De Hoge Raad oordeelde dat het middel niet tot cassatie kon leiden, omdat het geen rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling aan de orde stelde. De Advocaat-Generaal G. Knigge had geconcludeerd tot verwerping van het beroep, en de Hoge Raad volgde deze conclusie. Het arrest werd uitgesproken door vice-president W.A.M. van Schendel, samen met de raadsheren V. van den Brink en A.L.J. van Strien, in aanwezigheid van waarnemend griffier A. El Mokhtari.

Uitspraak

19 juni 2018
Strafkamer
nr. S 17/04688
LBS/NA
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 7 juni 2017, nummer 23/000505-17, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1960.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben R.J. Baumgardt en P. van Dongen, beiden advocaat te Rotterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal G. Knigge heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren V. van den Brink en A.L.J. van Strien, in bijzijn van de waarnemend griffier A. El Mokhtari, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
19 juni 2018.