ECLI:NL:HR:2018:948

Hoge Raad

Datum uitspraak
19 juni 2018
Publicatiedatum
19 juni 2018
Zaaknummer
18/00525
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Behoorlijke oproeping raadsman voor raadkamerbehandeling van klaagschrift ex art. 552a Sv

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een beschikking van de Rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, van 22 december 2015, met nummer RK 13/141. De klager, geboren in 1973, heeft een klaagschrift ingediend op basis van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv). De raadsman van de klager, R.J. Baumgardt en P. van Dongen, hebben namens de klager een middel van cassatie voorgesteld. De Advocaat-Generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking en tot een beslissing met betrekking tot terugwijzing of verwijzing, zoals de Hoge Raad gepast zal voorkomen.

De kern van het geschil betreft de vraag of de raadsman van de klager op de juiste wijze is opgeroepen voor de behandeling van het klaagschrift. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de oproeping niet correct is verzonden; deze is gestuurd naar het verkeerde adres, wat in strijd is met artikel 51 (oud) Sv. Dit gebrek in de oproeping wordt geacht een geldige behandeling van het klaagschrift in raadkamer te belemmeren, ook al is dit niet expliciet in de wet bepaald.

De Hoge Raad heeft op 19 juni 2018 geoordeeld dat de bestreden beschikking niet in stand kan blijven. De zaak wordt terugverwezen naar de Rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, zodat de zaak op het bestaande klaagschrift opnieuw kan worden behandeld en afgedaan. Deze beslissing is genomen door de vice-president en de raadsheren in aanwezigheid van de waarnemend griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

19 juni 2018
Strafkamer
nr. S 18/00525 B
ES
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, van 22 december 2015, nummer RK 13/141, op een klaagschrift als bedoeld in art. 552a Sv, ingediend door:
[klager], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1973.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de klager. Namens deze hebben R.J. Baumgardt en P. van Dongen, beiden advocaat te Rotterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking en tot zodanige beslissing met betrekking tot terugwijzing of verwijzing als de Hoge Raad gepast zal voorkomen.
2. Beoordeling van het middel
2.1.
Het middel klaagt onder meer dat de raadsman van de klager niet behoorlijk is opgeroepen voor de behandeling van het door de klager ingediende klaagschrift in raadkamer van 22 december 2015.
2.2.
Op de gronden die zijn vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 5.13 is het middel in zoverre terecht voorgesteld.

3.Slotsom

Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden beschikking niet in stand kan blijven, het middel voor het overige geen bespreking behoeft en als volgt moet worden beslist.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden beschikking;
wijst de zaak terug Rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, opdat de zaak op het bestaande klaagschrift opnieuw wordt behandeld en afgedaan.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en A.L.J. van Strien, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
19 juni 2018.