ECLI:NL:HR:2018:777

Hoge Raad

Datum uitspraak
29 mei 2018
Publicatiedatum
29 mei 2018
Zaaknummer
17/03201
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen arrest Gerechtshof Amsterdam inzake gewoontemisdaden en criminele organisatie

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam, gewezen op 22 juni 2017, in een strafzaak tegen een verdachte geboren in 1969. De verdachte is aangeklaagd voor verschillende misdrijven, waaronder gewoontewitwassen, bedreigingen, (pogingen tot) afpersing, poging tot medeplegen van zware mishandeling en deelname als leider aan een criminele organisatie. De verdediging heeft middelen van cassatie ingediend, waarbij onder andere is betoogd dat de vervolging in strijd is met het ne bis in idem-beginsel en het vertrouwensbeginsel. Daarnaast zijn er vragen gesteld over de bewijsmotivering van de zware mishandeling en de bedreiging, alsook over het gebruik van een televisie-interview met een misdaadverslaggever als bewijs. De Advocaat-Generaal, G. Knigge, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de middelen niet tot cassatie kunnen leiden, en dat er geen nadere motivering nodig is, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Het beroep is op 29 mei 2018 verworpen, en het arrest is uitgesproken door de vice-president J. de Hullu, samen met de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en M.J. Borgers, in aanwezigheid van de waarnemend griffier H.J.S. Kea.

Uitspraak

29 mei 2018
Strafkamer
nr. S 17/03201
ABO
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 22 juni 2017, nummer 23/001195-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1969.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben R.J. Baumgardt en P. van Dongen, beiden advocaat te Rotterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal G. Knigge heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en M.J. Borgers, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
29 mei 2018.