Het Hof heeft ten aanzien van de bewezenverklaring het volgende overwogen:
"Standpunt advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting in hoger beroep geconcludeerd tot bewezenverklaring van de (...) ten laste gelegde poging tot gekwalificeerde doodslag en heeft daartoe aangevoerd dat bewezen kan worden dat de verdachte voorwaardelijk opzet heeft gehad op de dood van het slachtoffer.
Standpunt verdediging
De raadsman heeft ter terechtzitting in hoger beroep naar voren gebracht dat de verdachte geen opzet, ook niet in voorwaardelijke zin, heeft gehad op de dood van het slachtoffer.
Overwegingen hof
Het hof gaat op grond van de inhoud van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting, uit van navolgende feiten en omstandigheden:
- aan de verdachte was verteld dat er in de woning wat te halen viel; er zouden waarschijnlijk spullen en contant geld liggen dat de verdachte mee kon nemen (Proces-verbaal van verhoor verdachte van 13 mei 2014, p. 855).
- aan de verdachte was verteld dat in de woning een oude vrouw alleen woonde (Proces-verbaal van verhoor verdachte van 14 mei 2014, p. 880).
- de verdachte kwam bij de woning en sloeg, na eerst geprobeerd te hebben een deur aan de zijkant open te breken, een raam aan de voorkant in. De verdachte zei tegen de vrouw (het hof begrijpt hier en hierna: [slachtoffer]) die volgens hem wakker was geworden, dat ze haar mond moest houden. Hij was nog niet binnen en heeft vervolgens nog meer glas ingeslagen waarna de vrouw begon te schreeuwen dat hij weg moest gaan
(Proces-verbaal van verhoor verdachte van 13 mei 2014, p. 853, 866).
- de verdachte hoorde aan haar stem dat het een oude vrouw was (Proces-verbaal verhoor verdachte van 13 mei 2014, p. 866).
- de verdachte stapte naar binnen en trof de vrouw in de woonkamer. Hij duwde haar weg waarna ze op de grond viel (Proces-verbaal verhoor verdachte van 13 mei 2014, p. 866).
- de vrouw stond weer op en de verdachte gaf haar met zijn vuist een klap in haar gezicht, waarna hij haar nog twee klappen heeft gegeven op dezelfde manier (Proces-verbaal van verhoor verdachte van 15 mei 2014, p. 893).
- de verdachte sloeg de vrouw naar eigen zeggen redelijk hard; er zat wel vaart achter (Proces-verbaal van verhoor verdachte van 15 mei 2014, p. 893).
- de vrouw schreeuwde van de pijn en viel hard op de grond. Daarna was het stil (Processen-verbaal van verhoor verdachte van 13 mei en 15 mei 2014, p. 866 en 893).
- de verdachte doorzocht vervolgens de woning en nam een goudkleurig hangertje mee (Proces-verbaal van verhoor verdachte van 13 mei 2014, p. 866, 867).
- het slachtoffer heeft als gevolg van de geweldshandelingen van de verdachte een gebroken neus, een gebroken oogkas en ernstig hersenenletsel opgelopen (dossier Forensische Opsporing, p. 143 t/m 144, p. 148 t/m 149).
Uit de te bezigen bewijsmiddelen, in het bijzonder de bovenstaande, leidt het hof af dat de verdachte welbewust en doelgericht [slachtoffer] enkele malen hard met zijn vuist op een kwetsbaar lichaamsdeel, haar hoofd, heeft geslagen ten gevolge waarvan zij ten val kwam. Dit terwijl de verdachte wist dat zij op leeftijd was en dus een fragieler gestel had dan de gemiddelde persoon en de verdachte ook wist dat zij net was opgestaan na een eerdere val ten gevolge van een duw van de verdachte. Dat het door de verdachte toegepaste geweld aanzienlijk was vindt bevestiging in de aard en zwaarte van de verwondingen die het slachtoffer hierdoor heeft opgelopen.
Door te handelen als hij heeft gedaan heeft de verdachte willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaard dat het slachtoffer hierdoor zou komen te overlijden en is het opzet van de verdachte minst genomen in voorwaardelijke zin daarop gericht geweest.
Uit de verklaringen van de verdachte leidt het hof voorts af dat hij naar de woning is gegaan met de kennelijke bedoeling een diefstal te plegen, dat het slachtoffer hem heeft betrapt en dat hij na de - met het oog op de uitvoering van zijn plan om te stelen - jegens haar gepleegde geweldshandelingen, de woning heeft doorzocht en een goudkleurig sieraad heeft meegenomen, zodat ook bewezen wordt dat de verdachte het geweld heeft gepleegd om de diefstal gemakkelijk te maken."