ECLI:NL:HR:2018:675

Hoge Raad

Datum uitspraak
4 mei 2018
Publicatiedatum
3 mei 2018
Zaaknummer
17/01013
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurrecht bedrijfsruimte en buitengerechtelijke ontbinding huurovereenkomst in Caribische context

In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, gaat het om een geschil tussen Imagine Corporation B.V. en Stichting Beheer Kaya Grandi, met betrekking tot een huurrechtelijke kwestie in de Caribische regio. De zaak betreft de buitengerechtelijke ontbinding van een huurovereenkomst en de vraag of toerekenbaarheid vereist is voor een tekortkoming van de verhuurder. Daarnaast wordt de invloed van een vaststellingsovereenkomst met betrekking tot een reconventionele vordering van de huurder op het gevorderde in conventie besproken.

De Hoge Raad heeft op 4 mei 2018 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep in cassatie van Imagine c.s. werd verworpen. De conclusie van de Advocaat-Generaal W.L. Valk strekte tot verwerping van het cassatieberoep, en de Hoge Raad oordeelde dat de klachten in het middel niet tot cassatie konden leiden. Dit was in overeenstemming met artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

De Hoge Raad heeft verder beslist dat Imagine c.s. in de kosten van het geding in cassatie wordt veroordeeld, met een specificatie van de kosten aan de zijde van de Stichting. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken door de raadsheer T.H. Tanja-van den Broek, en het arrest is gewezen door de vice-president E.J. Numann als voorzitter en de overige raadsheren.

Uitspraak

4 mei 2018
Eerste Kamer
17/01013
TT/LZ
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. IMAGINE CORPORATION B.V.,
gevestigd te Bonaire,
2. [verzoekster 2],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKSTERS tot cassatie,
advocaat: mr. S. Kousedghi,
t e g e n
STICHTING BEHEER KAYA GRANDI,
gevestigd te Bonaire,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. R.T. Wiegerink.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Imagine c.s. en de Stichting.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak AR 11 van 2014 van het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba van 21 januari 2015 en 25 maart 2015;
b. het vonnis in de zaak AR 11/2014 - ghis 76410 - H 372/15 van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba van 29 november 2016.
Het vonnis van het hof is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het vonnis van het hof hebben Imagine c.s. beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Stichting heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De zaak is voor Imagine c.s. toegelicht door haar advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal W.L. Valk strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van Imagine c.s. heeft bij brief van22 maart 2018 op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Imagine c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde vande Stichting begroot op € 851,07 aan verschotten en € 1.800,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president E.J. Numann als voorzitter en de raadsheren C.E. du Perron, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh en H.M. Wattendorff, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer T.H. Tanja-van den Broek op
4 mei 2018.