2.2.2.Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1. Een in de wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 11 oktober 2013 (zwarte ordner A, dossierpagina 0012 - 0013) voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
als verklaring van aangever [betrokkene 1] :
Ik woon samen met mijn vrouw op de [a-straat] 2 te Almere. (...) Zondag 5 oktober 2013 werd ik gebeld door mijn kleinzoon [betrokkene 2] . Hij vertelde dat er was geprobeerd in te breken bij ons thuis. (...) Ik zag dat er een andere cilinder in het slot van de voordeur zat. Ook de cilinder van de deur van de keuken was vervangen, aan de achterzijde. (...) Later hoorde ik dat de bestaande cilinder door de inbrekers uit het slot was geforceerd en dat er door een slotenmaker een nieuwe cilinder was ingezet.
2. Een in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 oktober 2013 (zwarte ordner A, dossierpagina 0084) voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
als bevindingen van verbalisanten:
Naar aanleiding van een woninginbraak op de [a-straat] 2 te Almere hebben wij op 7 oktober 2013 ter plaatse een onderzoek ingesteld. In de achtertuin troffen wij een gedeelte van een cilinderslot aan. Wij zagen dat in het cilinderslot een donkerkleurige schroef geboord was. Vervolgens zijn wij naar de voorzijde van de woning gelopen. Wij troffen rechts naast de voordeur een zelfde soort cilinderslot aan. Wij zagen dat in dit cilinderslot een zelfde soort schroef geboord zat.
3. Een in de wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 5 oktober 2013 (zwarte ordner A, dossierpagina 0020 - 0021) voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
als verklaring van getuige [betrokkene 3] :
Ik ben woonachtig aan de [a-straat] 3 in Almere. Mijn woning betreft een hoekwoning. Tussen nummer 2 en nummer 3 zit een soort autopoort die toegang geeft tot het hofje. Op zaterdagmorgen 5 oktober 2013, omstreeks 03.05 uur werd ik wakker. (...) Ik zag rechts naast mijn bus een jongen staan. Ik kan deze jongen als volgt omschrijven: man, donkere bovenkleding met capuchon, niet negroïde, blank of lichtgetint, rond de 20 jaar, ongeveer 1.75m lang. Ik zag ook een tweede jongen staan. Ik zag dat die jongen stond aan de andere zijde van de busbaan. Ik zag dat hij keek in de richting van de andere jongen. Ik zag dat hij een donkerkleurige scooter vooruit duwde (...) Tijdens het kijken hoorde ik geluid uit de richting van de autopoort tussen mijn woning en de woning van nummer twee. Het klonk als een zagend vijlend geluid. Ik zag toen dat de jongen die naast de bus stond, richting de woning van nummer 2 liep. Ik hoorde iets vallen. (...) Ik zag de jongen naast de bus niet meer en dacht dat hij toen in de woning van
nummer 2 was. (...) Ik heb vervolgens op zaterdag 5 oktober 2013, om 03.31 uur 112 gebeld. (...) Ik heb vervolgens enkele minuten gewacht en hoorde ineens een scooter aan komen rijden uit de richting waar ik de jongen met de scooter eerder had zien staan. (...) Ik hoorde de scooter onder de autopoort door rijden het hofje in. Ik hoorde kort hierop de scooter met hoge snelheid wegrijden door de autopoort linksaf vermoedelijk de busbaan over. Direct daarop hoorde ik een helikopter geluid. (...) Ik ben vervolgens naar buiten gelopen en liep naar de voordeur van de buren van nummer twee en zag dat de voordeur gesloten was. (...) Ik zag vervolgens dat de cilinder niet meer in de deur zat.
4. Een in de wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 8 oktober 2013 (zwarte ordner A, dossierpagina 0027 - 0030) voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
als verklaring van getuige [betrokkene 3] :
Ik zag de jongen 1 ongeveer 3 a 4 meter voor mij staan. De jongen 1 stond naast mijn auto, die geparkeerd stond in het parkeervak voor mijn deur. (...) Ik hoorde een zagend/vijlend geluid bij de buren van nr. 2 vandaan komen. Terwijl ik dit hoorde had ik constant zicht op de jongen 1 die naast mijn auto stond en richting de woning van [a-straat] 2 keek. Toen ik iets metaals op de grond hoorde vallen, zag ik dat de jongen hierop reageerde en richting de buren van [a-straat] 2 liep. (...) Ik hoorde één flinke dreun of bonk. Daarna hoorde ik de scooter komen aanrijden. Ik hoorde dat de scooter stopte ter hoogte van de [a-straat] 2. (...) Ik dacht dat de jongens op de scooter gingen zitten en wegreden. (...) Ik denk dat zij 50 meter weg waren, toen ik de politiehelikopter hoorde.
5. Een in de wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 oktober 2013 (zwarte ordner A, dossierpagina 0047) voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
als bevindingen van verbalisant:
Op zaterdag 5 oktober 2013 heb ik telefonisch contact opgenomen met [betrokkene 4] werkzaam bij KLPD Luchtvaartpolitie. Hij zou nog aanvullende informatie hebben over de inzet van afgelopen nacht. Hij vertelde mij het volgende:
Nadat wij de inbraakmelding doorkregen van de meldkamer op het adres [a-straat] 2 te Almere zijn wij direct die kant opgevlogen en waarbij wij als eerste ter plaatse waren. Aanvliegend naar de woning zagen wij op de warmtebeeldcamera van de politiehelikopter een scooter uit de richting van de [a-straat] komen rijden. Op deze scooter zat een drietal personen. (...) De scooter hield vervolgens stil onder overkapping in de Boonestaakstraat. Wij zagen vervolgens dat er een persoon wegliep naar een woning op de hoek van de [b-straat]. (...) Hierbij hebben wij continue zicht gehouden op de personen onder de overkapping en de persoon die naar de woning liep. (...) Vervolgens kwam er een collega met een hond richting de overkapping lopen en renden de drie personen weg. De derde persoon zagen wij de eerder bezochte tuin, aan de [b-straat], in lopen en de woning binnen gaan.
6. Een in de wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 oktober 2013 (zwarte ordner A, dossierpagina 0107 - 0110) voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
als bevindingen van verbalisant:
(p. 108) Om 03.41.03 werd de scooter opgepikt door de warmtebroncamera van de helikopter op de kruising van de [a-straat] met de Wim Meuldijklaan. De afstand van de woning aan de [a-straat] 2 tot aan die kruising bedraagt ongeveer 110 meter. Opvallend is dat de scooter de enige warmtebron is in de omgeving.
7. Een in de wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 21 oktober 2013 (zwarte ordner A, dossierpagina 0033 - 0034) voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
als verklaring van getuige [betrokkene 5] :
De dag van de inbraak - als u mij zegt dat dat zaterdag 5 oktober 2013 is kan dat kloppen - zag ik omstreeks 02:45 uur mijn buurjongen buiten. Ik weet dat er die nacht een aantal aanhoudingen is geweest. Drie jongens stonden onder een overkapping aan de Boonestaakstraat. Dit was omstreeks 03:30 a 03:45 uur. Toen de politie kwam renden er drie jongens onder de overkapping vandaan. Ik zag dat één van de jongens via de tuin van de [b-straat 1] de woning inrende. Dit is de tuin van de woning van mijn buurjongen. Ik herkende hem direct. Mijn buurjongen woont op de [b-straat 1] .
8. Een in de wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 oktober 2013 (zwarte ordner A, dossierpagina 0044 - 0045) voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
als bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] :
Op zaterdag 5 oktober 2013 omstreeks 03.28 uur kreeg ik verbalisant de opdracht om te gaan naar de [a-straat] 2 te Almere Buiten. (...) Ik hoorde vervolgens van de heli dat de drie personen onder een viaduct van de Bulletjesstraat en de Boonestaakstraat stonden. (...) Gekomen bij het bedoelde viaduct zag ik verbalisant drie personen staan bij een donkerkleurige scooter. Ik verbalisant zag dat de drie personen op het moment dat ze mij zagen, direct wegrenden in de richting van de [b-straat], zijnde een richting tegenovergesteld aan de richting waaruit ik verbalisant kwam. (...)
Ik verbalisant zag dat de drie verdachten wegrenden in de richting van de [b-straat] en de Maarten Toonderlaan. Ik zag vervolgens dat twee verdachten tegelijk de schuttingpoort in wilde gaan van een woning, gelegen aan de [b-straat]. Tevens zag ik verbalisant dat de derde verdachte een doodlopende steeg in liep aan de rechterzijde van voornoemde tuin. Hierop gelukte het de aldaar aanwezige collega de twee verdachten aan te houden. Ik verbalisant zag dat een verdachte de achtertuin inrende van een woning welke later bleek te behoren bij de [b-straat 1] te Almere. (...) Later bleek mij dat in perceel [b-straat 1] een persoon woonachtig is, zijnde [verdachte] ."