ECLI:NL:HR:2018:598

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 april 2018
Publicatiedatum
12 april 2018
Zaaknummer
17/01331
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over vernietiging van verkoop onroerende zaken wegens bedrog

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 april 2018 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door [eiser] tegen Green Homes Holding B.V. De zaak betreft de verkoop van onroerende zaken en de vraag of de koper, [eiser], zich kan beroepen op vernietiging van de koopovereenkomst wegens bedrog. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Oost-Brabant en een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch, waaruit blijkt dat de koper in eerste instantie niet succesvol was in zijn vordering.

De Hoge Raad oordeelt dat de klachten die door [eiser] in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), dat bepaalt dat de Hoge Raad niet verplicht is om nadere motivering te geven als de klachten niet leiden tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwerpt daarom het cassatieberoep van [eiser].

Daarnaast wordt [eiser] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Green Homes zijn begroot op nihil. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de raadsheren van de Hoge Raad, waarbij A.M.J. van Buchem-Spapens als voorzitter fungeerde. De uitspraak benadrukt het belang van rechtszekerheid en de rol van de Hoge Raad in het waarborgen van de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

13 april 2018
Eerste Kamer
17/01331
LZ/IF
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. J. den Hoed,
t e g e n
GREEN HOMES HOLDING B.V.,
gevestigd te Rosmalen,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en Green Homes.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak C/01/281417/HA ZA 14-528 van de rechtbank Oost-Brabant van 15 oktober 2014 en 6 mei 2015;
b. het arrest in de zaak 200.176.265/01 van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 22 november 2016.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen Green Homes is verstek verleend.
De zaak is voor [eiser] toegelicht door zijn advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal W.L. Valk strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Green Homes begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, C.E. du Perron en C.H. Sieburgh, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer T.H. Tanja-van den Broek op
13 april 2018.