Uitspraak
[X] ltdte
[Z](hierna: belanghebbende).
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 maart 2018 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van [X] ltd tegen een eerdere uitspraak. De zaak betreft de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie. De griffier van de Hoge Raad heeft de belanghebbende, [X] ltd, bij aangetekende brief van 15 januari 2018 verzocht om binnen vier weken een afschrift van de bestreden uitspraak over te leggen. Deze brief werd echter teruggezonden wegens onbestelbaarheid en is vervolgens per gewone post verzonden. Ondanks deze poging is de belanghebbende in gebreke gebleven om aan het verzoek te voldoen. Hierdoor was het voor de Hoge Raad niet mogelijk om te bepalen waarop het geschil betrekking had. Gezien deze omstandigheden heeft de Hoge Raad besloten het beroep in cassatie niet-ontvankelijk te verklaren. Tevens zijn er geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, samen met de raadsheren Th. Groeneveld en A.F.M.Q Beukers-van Dooren, en is openbaar uitgesproken op 23 maart 2018.