ECLI:NL:HR:2018:406

Hoge Raad

Datum uitspraak
23 maart 2018
Publicatiedatum
22 maart 2018
Zaaknummer
17/05620
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie betreffende belastingrecht

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 maart 2018 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van [X] ltd tegen een eerdere uitspraak. De zaak betreft de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie. De griffier van de Hoge Raad heeft de belanghebbende, [X] ltd, bij aangetekende brief van 15 januari 2018 verzocht om binnen vier weken een afschrift van de bestreden uitspraak over te leggen. Deze brief werd echter teruggezonden wegens onbestelbaarheid en is vervolgens per gewone post verzonden. Ondanks deze poging is de belanghebbende in gebreke gebleven om aan het verzoek te voldoen. Hierdoor was het voor de Hoge Raad niet mogelijk om te bepalen waarop het geschil betrekking had. Gezien deze omstandigheden heeft de Hoge Raad besloten het beroep in cassatie niet-ontvankelijk te verklaren. Tevens zijn er geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, samen met de raadsheren Th. Groeneveld en A.F.M.Q Beukers-van Dooren, en is openbaar uitgesproken op 23 maart 2018.

Uitspraak

23 maart 2018
Nr. 17/05620
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X] ltdte
[Z](hierna: belanghebbende).

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij aangetekende brief van 15 januari 2018 verzocht binnen vier weken na de dagtekening van deze brief een afschrift van de bestreden uitspraak over te leggen. Deze brief is wegens onbestelbaarheid teruggezonden aan de Hoge Raad, waarna het stuk bij gewone brief is verzonden naar het adres van belanghebbende.
Belanghebbende is evenwel in gebreke gebleven aan dat verzoek te voldoen.
Nu het niet mogelijk is te bepalen waarop het geschil betrekking heeft, zal de Hoge Raad het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.

2.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren Th. Groeneveld en A.F.M.Q Beukers-van Dooren, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 23 maart 2018.