Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
20 maart 2018.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 maart 2018 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beslissing van de Rechtbank Amsterdam van 11 april 2017. De zaak betreft een uitleveringsverzoek van de Republiek Albanië voor een persoon die in 1983 is geboren. De opgeëiste persoon heeft beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank, waarbij de rechtbank oordeelde dat de verzekering van Albanië voldoende is om de rechten van de verdediging te waarborgen in een nieuw proces. De advocaat van de opgeëiste persoon, J. Kuijper, heeft een middel van cassatie voorgesteld, maar de Advocaat-Generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het middel niet kan leiden tot cassatie, omdat het geen nadere motivering behoeft volgens artikel 81, eerste lid, van de RO. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen, waarmee de beslissing van de Rechtbank Amsterdam in stand blijft.