ECLI:NL:HR:2018:317

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 maart 2018
Publicatiedatum
13 maart 2018
Zaaknummer
16/01852
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Eendaadse samenloop van poging tot uitlokking en voorbereiding van medeplegen van zware mishandeling met voorbedachte raad van ex-vriendin door injectie met combinatie van insuline en cocaïne

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag, dat op 18 maart 2016 werd gewezen. De verdachte, geboren in 1970, is aangeklaagd voor een eendaadse samenloop van poging tot uitlokking en voorbereiding van medeplegen van zware mishandeling met voorbedachte raad. Dit gebeurde door het toedienen van een injectie met een combinatie van insuline en cocaïne aan zijn ex-vriendin. De verdediging heeft een middel van cassatie voorgesteld, maar de Advocaat-Generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het middel niet tot cassatie kan leiden, omdat het niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep op 13 maart 2018 verworpen, waarbij de uitspraak is gedaan door de vice-president J. de Hullu als voorzitter en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en M.J. Borgers, in aanwezigheid van de griffier S.P. Bakker.

Uitspraak

13 maart 2018
Strafkamer
nr. S 16/01852
SK
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 18 maart 2016, nummer 22/001819-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1970.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft R.B.J.G. Baggen, advocaat te Arnhem, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en M.J. Borgers, in bijzijn van de griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
13 maart 2018.