ECLI:NL:HR:2018:2425

Hoge Raad

Datum uitspraak
20 november 2018
Publicatiedatum
21 januari 2019
Zaaknummer
17/01156
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over opzettelijk vervoer van amfetamine en bewijsuitsluiting

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 20 februari 2017 uitspraak deed in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in de voormalige Sovjet-Unie in 1972. De verdachte was aangeklaagd voor het opzettelijk vervoeren van meer dan 5 kilo amfetamine, wat in strijd is met artikel 2.B van de Opiumwet. De verdediging, vertegenwoordigd door advocaat Th.J. Kelder, heeft middelen van cassatie ingediend, waarbij zij verzocht om nader onderzoek en bewijsuitsluiting wegens onrechtmatige inzet van dwangmiddelen.

De plaatsvervangend Advocaat-Generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat er geen noodzaak is voor nadere motivering, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Op 20 november 2018 heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Dit arrest is gewezen door vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, samen met de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en A.L.J. van Strien, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

20 november 2018
Strafkamer
nr. S 17/01156
AKA
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 20 februari 2017, nummer 21/004578-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] (voormalige Sovjet-Unie) op [geboortedatum] 1972.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft Th.J. Kelder, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De plaatsvervangend Advocaat-Generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en A.L.J. van Strien, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
20 november 2018.