Uitspraak
wonende te [woonplaats] ,
kantoorhoudende te Venlo,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
- i) Geocopter B.V. (hierna: Geocopter) was een onderneming die zich richtte op de ontwikkeling, productie, assemblage en verkoop van onbemande helikopters. Geocopter is in 2007 opgericht door [eiser] en RBH Holding B.V. (hierna: RBH Holding). [betrokkene 1] (hierna: [betrokkene 1] ) is enig aandeelhouder en bestuurder van RBH Holding. Geocopter werd door [eiser] en RBH Holding gezamenlijk bestuurd.
- ii) Op 13 april 2010 is tussen Geocopter, haar beide aandeelhouders en drie investeerders, waaronder de Coöperatieve Rabobank Venlo e.o. (hierna: Rabobank), een participatieovereenkomst gesloten, waarbij deze investeerders (hierna: de participanten) ieder € 150.000,-- ter beschikking stelden.
- iii) Tussen [betrokkene 1] en [eiser] ontstonden problemen, waarop [betrokkene 1] op 30 augustus 2011 namens RBH Holding de managementovereenkomst heeft opgezegd en de door RBH Holding gehouden aandelen heeft aangeboden aan de overige aandeelhouders.
- iv) Tussen [eiser] , de participanten, adviseur van Geocopter [betrokkene 2] (hierna: [betrokkene 2] ) en interim manager [betrokkene 3] (hierna: [betrokkene 3] ) heeft vervolgens op 30 september 2011 overleg plaatsgevonden, onder meer over de te volgen werkwijze in verband met de problemen met [betrokkene 1] . Een handgeschreven notitie van deze vergadering vermeldt als vierde aandachtstreepje: “Brief AvA met faillietaankondiging”.
- v) Bij brief van eveneens 30 september 2011 zijn de aandeelhouders uitgenodigd voor een algemene vergadering (hierna: AVA) op 17 oktober 2011. Als agendapunt 3 stond vermeld “Toestemming aan de directie om faillissement van de vennootschap aan te vragen.” De notulen van deze vergadering, opgemaakt door [betrokkene 3] , vermelden onder agendapunt “2. Bespreking van actuele stand van zaken” de financiële problemen van Geocopter. De notulen vermelden onder agendapunt “3. Toestemming aan de directie om faillissement van de vennootschap aan te vragen”:
- vii) Op 28 november 2011 heeft een volgende AVA plaatsgevonden. Daarin is besloten om een lening aan te gaan van € 75.000,--, te verstrekken door de participanten tegen verpanding van alle activa; de lening zou te zijner tijd worden afgelost of worden vervangen door een nieuwe lening of participatie van € 150.000,-- door de bestaande aandeelhouders. Verder werd onder meer besloten om te onderzoeken of de verkoop en servicing van helikopters in een aparte dochtervennootschap afgescheiden zou moeten worden van de productie.
- viii) Het bedrag van € 75.000,-- is op 29 november 2011 ter beschikking gesteld.
- ix) Op 15 december 2011 heeft wederom een AVA plaatsgevonden. De aandeelhouders hebben onder meer te kennen gegeven dat zij op de hoogte wilden worden gehouden van de verkoopvorderingen van de helikopters. De beslissing over de nieuw op te richten vennootschap werd uitgesteld tot de volgende AVA. Verder werd besloten een camera te verkopen voor € 20.000,-- en dat bedrag aan te wenden voor het betalen van salarissen. [eiser] heeft voorts verzocht om de achterstand in de betaling van zijn managementfee terug te brengen naar maximaal twee maanden.
- x) [eiser] moest op 16 december 2011 een ziekenhuisopname ondergaan. Mede in verband daarmee schreef [eiser] op 15 december 2011 aan de participanten, met kopie aan [betrokkene 2] en een blinde kopie aan [betrokkene 3] :
- xi) Op 27 december 2011 heeft [betrokkene 2] , met de bankpas die [eiser] hem had gegeven, de salarissen van twee werknemers, de onkostennota van [betrokkene 3] en de aan [eiser] verschuldigde managementfee over de maand september 2011 van € 5.950,-- betaald.
- xii) Eveneens op 27 december 2011 heeft [eiser] via een formulier “Eigen aangifte tot faillietverklaring” het faillissement van Geocopter aangevraagd. In de toelichting hierop schreef [eiser] dat het vertrouwen bij de investeerders in Geocopter weg was en dat zij de tweede helft van de toegezegde € 150.000,-- niet meer zouden storten. Dit betekende, aldus [eiser] in de toelichting, dat het salaris niet meer betaald kon worden en hij het als bestuurder niet meer verantwoord vond om op deze basis door te gaan met Geocopter.
- xiii) Op 11 januari 2012 heeft de mondelinge behandeling van de eigen aangifte plaatsgevonden. Daarbij is [eiser] gehoord.
- xiv) Geocopter is op 11 januari 2011 in staat van faillissement verklaard met aanstelling van de curator als zodanig.
- xv) Op 18 januari 2012 werd per post een stuk van het Braziliaanse EGS Engenharia (hierna: EGS) bij Geocopter bezorgd. De curator kreeg deze post eerst op 2 februari 2012 in handen. EGS zond hierbij aan Geocopter een door EGS ondertekende “Non Disclosure Agreement” tussen Geocopter (en aan haar gelieerde bedrijven) en EGS, en een op 23 december 2011 door EGS ondertekende “International Distributor Agreement” tussen haar en Geocopter. In de overeenkomst van 23 december 2011 valt onder meer te lezen dat EGS voor een bedrag van € 225.000,-- een helikopter zou kopen van Geocopter om daarmee de verkoop van dergelijke helikopters verder te kunnen promoten.
- xvi) De curator heeft bij brief van 25 september 2012 op de voet van art. 47 Fw de vernietiging ingeroepen van de door [eiser] op 27 december 2011 ontvangen betaling (zie hiervoor onder (xi)).
- xvii) Bij brief van 8 april 2013 heeft de curator [eiser] aansprakelijk gesteld voor de door Geocopter geleden schade op grond van art. 2:9 BW respectievelijk art. 2:248 BW en subsidiair art. 6:162 BW.
.
Ten slotte is het hof niet ingegaan op de stelling van [eiser] dat hij door het doen van aangifte tot faillietverklaring verdere schade voor de schuldeisers wilde voorkomen. Het hof heeft derhalve blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting, dan wel zijn oordeel onvoldoende gemotiveerd.
4.Beslissing
21 december 2018.