ECLI:NL:HR:2018:2341

Hoge Raad

Datum uitspraak
18 december 2018
Publicatiedatum
18 december 2018
Zaaknummer
17/02632
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Profijtontneming uit hennepteelt en de schatting van wederrechtelijk verkregen voordeel

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 december 2018 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beslissing van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Het beroep in cassatie was ingesteld door de betrokkene, die in deze zaak werd vertegenwoordigd door advocaat S.F.W. van 't Hullenaar. De zaak betreft een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, specifiek in het kader van profijtontneming uit hennepteelt. De betrokkene was geboren in 1978 en de zaak had betrekking op de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel, waarbij het hof oogsten had betrokken die plaatsvonden vóór de bewezenverklaarde periodes. De Advocaat-Generaal D.J.C. Aben had geconcludeerd tot verwerping van het beroep, en de Hoge Raad oordeelde dat het middel niet tot cassatie kon leiden. Dit was in overeenstemming met artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, wat betekende dat er geen nadere motivering nodig was, aangezien het middel niet leidde tot rechtsvragen van belang voor de rechtseenheid of rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwerpt het beroep, en deze beslissing werd genomen door vice-president J. de Hullu, samen met raadsheren M.J. Borgers en A.E.M. Röttgering, in aanwezigheid van waarnemend griffier E. Schnetz.

Uitspraak

18 december 2018
Strafkamer
nr. S 17/02632 P
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 26 april 2017, nummer 21/003450-16, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van:
[betrokkene], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1978.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de betrokkene. Namens deze heeft S.F.W. van 't Hullenaar, advocaat te Arnhem, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren M.J. Borgers en A.E.M. Röttgering, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
18 december 2018.