Uitspraak
gevestigd te Sint Maarten,
wonende te Sint Maarten,
gevestigd te Sint Maarten,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
14 december 2018.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 december 2018 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Oyster Pond Hill Villas N.V. en Pavlik International N.V. De zaak betreft een geschil over de wettelijke rente in het kader van een borgtocht, waarbij de vraag centraal staat of verzuim is ingetreden door het inleidend verzoekschrift en of de ingebrekestelling door aansprakelijkstelling heeft plaatsgevonden. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van het gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten en het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De Hoge Raad oordeelt dat de vordering van Pavlik, die [verzoeker 2] als borg aanspreekt tot betaling van een bedrag van USD 610.817,60, terecht is toegewezen. Het hof heeft geoordeeld dat [verzoeker 2] door het uitbrengen van het verzoekschrift in verzuim is geraakt, en dat de ingebrekestelling aan de eisen van de wet voldeed. De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep en legt de proceskosten op aan OPHV c.s.