ECLI:NL:HR:2018:2279

Hoge Raad

Datum uitspraak
11 december 2018
Publicatiedatum
7 december 2018
Zaaknummer
17/04159
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de uitspraak inzake profijtontneming uit hennepteelt door gebrek aan bewijsvoering

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 december 2018 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beslissing van het Gerechtshof Amsterdam. De zaak betreft een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, die voortvloeit uit de kweek van hennepstekken. De betrokkene, geboren in 1975, had hennepstekken gekweekt en het Hof had een schatting gemaakt van het wederrechtelijk verkregen voordeel op basis van een kweekcyclus van twee weken. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof niet voldoende bewijs heeft geleverd voor dit uitgangspunt. De Hoge Raad herhaalt relevante overwegingen uit eerdere jurisprudentie, waarin is vastgesteld dat de uitspraak moet vermelden op welke bewijsmiddelen de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel is gebaseerd. De bestreden uitspraak bevatte geen toereikende vermelding van de bewijsmiddelen, waardoor de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel niet gerechtvaardigd was. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof en wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Amsterdam voor herbehandeling.

Uitspraak

11 december 2018
Strafkamer
nr. S 17/04159 P
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 14 juni 2017, nummer 23/003509-16, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van:
[betrokkene ], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1975.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de betrokkene. Namens deze hebben D.N. de Jonge, advocaat te Rotterdam, en C. Grijsen, advocaat te Almere, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof Amsterdam, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.

2.Beoordeling van het middel

2.1.
Het middel klaagt dat de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel ontoereikend is gemotiveerd. Het voert daartoe onder meer aan dat het door het Hof gehanteerde uitgangspunt dat een kweekcyclus van hennepstekken twee weken bedraagt, niet blijkt uit de door het Hof gebruikte bewijsmiddelen noch anderszins.
2.2.1.
De bestreden uitspraak houdt omtrent de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel het volgende in:
"Het hof is van oordeel dat op grond van de onder voormeld parketnummer aangelegde straf- en ontnemingsdossiers, alsmede op grond van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg en in hoger beroep in de ontnemingszaak, aannemelijk is geworden dat de veroordeelde door middel van of uit baten van het feit waarvoor hij bij voornoemd arrest is veroordeeld wederrechtelijk voordeel heeft verkregen. De veroordeelde heeft immers hennepstekken gekweekt. Gelet op de hoeveelheid aangetroffen hennepstekken kan er vanuit worden gegaan dat zij bedoeld waren voor de handel. Gelet op de bewezenverklaarde periode en een groeicyclus van 2 weken voor het verkrijgen van een oogst hennepstekken gaat het hof, mede gelet op de bevindingen van het proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij (p. 11), ervan uit dat in de loods in elk geval viermaal een voltooide kweek heeft plaatsgevonden die tot wederrechtelijk voordeel heeft geleid.
Het hof ontleent de schatting aan de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en neemt de onbetwiste berekening uit 'de conclusie OM in hoger beroep' van 22 mei 2017 van de advocaat-generaal als uitgangspunt. Anders dan de advocaat-generaal houdt het hof wel rekening met huurkosten. Het hof komt dan ook, het Boom-rapport betreffende standaardberekeningen en normen in aanmerking nemende, tot de volgende berekening:
Opbrengst per kweekperiode
394 stekken x € 3,83 = € 1.509,00
Kosten per kweekperiode
Afschrijvingskosten stekkerij € 50,00
Variabele kosten stekkerij (394 x € 0,20) = € 78,80
Inkoop zaden (394 x € 1,00) = € 394,00
Huurkosten € 350,00
Winst per kweekperiode € 636,20
Totaal wederechtelijk verkregen voordeel:
€ 636,20 x 4 kweekperiodes = € 2.544,80"
2.2.2.
De aanvulling op de verkorte uitspraak als bedoeld in art. 365a Sv houdt het volgende in:
"1. Een proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij met nummer PL1100-2014224135-16 van 1 december 2014, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 1] (doorgenummerde pagina 11 e.v.).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisant:
Op 13 november 2014 betrad ik het perceel [a-straat 1] te [plaats] . Ik belde aan bij het adres. Ik zag dat er een vrouw, die later opgaf te zijn [betrokkene 1] , de deur opendeed. Ik hoorde [betrokkene 1] zeggen: "Nee je kan niet via de woning de loods binnenkomen. Er is een tijdje geleden een muur tussen geplaatst". Ik zag dat [betrokkene 1] naar een deur wees. Ik hoorde [betrokkene 1] zeggen: "Dat is de loods van Ursem".
Aantreffen hennepkwekerij
Ik, verbalisant, zag bij binnenkomst van de loods, aan de linkerzijde een afgesloten ruimte. Ik zal deze ruimte, ruimte A noemen. De overige ruimte in de loods zal ik ruimte B noemen.
Ik zag links tegen de muur een tafel staan. Ik zag op de tafel drie bakken met hennepstekken staan. Ik zag dat deze hennepstekken werden gekweekt in steenwol. Ik heb de hennepstekken geteld en het ging om een totaal van 128 hennepstekken. Ik zag links naast de tafel een aantal zwarte bakken staan. Ik zag dat erin deze zwarte bakken, resten van hennep lagen.
(...)
Ik zag rechts tegen de muur een zwarte kweektent staan. Ik zag dat er in de kweektent vijf (5) bakken met hennepstekken stonden. Ik zag dat deze hennepstekken werden gekweekt in steenwol. Ik heb de hennepstekken geteld en het ging om een totaal van 266 hennepstekken.
(...)
Omstreeks 10.30 uur heb ik, verbalisant, de 394 hennepstekken inbeslaggenomen.
2. Een proces-verbaal verhoor verdachte met nummer PL1100-2014224135-20 van 24 november 2014, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 2] (doorgenummerde pagina 22 e.v.).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang, als de op 24 november 2014 tegenover verbalisanten afgelegde verklaring van de verdachte:
V: We hebben hennep aangetroffen in het bedrijfspand, gelegen aan de 2e Industriestraat 28B te [plaats] . Volgens de eigenaar huurt u dit pand.
A: Ja, dat klopt
V: Sinds wanneer huurt u het bedrijfspand?
A: Een jaar of anderhalf.
3. De verklaring van de veroordeelde, afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 31 mei 2017.
Deze verklaring houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Ik huurde het pand voor € 770 per maand.
Opmerking: het hof gaat bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel met betrekking tot de in mindering te brengen huurprijs uit van € 770 per maand en rekent dit om naar € 350 per twee weken.
4. De update van het rapport wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij bij binnenteelt onder kunstlicht, standaardberekening en normen, van 1 juni 2016 van het Functioneel Parket Afpakken (voorheen BOOM).
Dit rapport houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
De gemiddelde prijs in 2014 van een hennepstek is € 3,93 (het hof is, evenals de advocaat-generaal in de onbetwiste berekening uit 'de conclusie van het OM in hoger beroep' van 22 mei 2017, uitgegaan van een gemiddelde van € 3,83 per hennepstek).
- Afschrijvingskosten stekkerij € 50;
- Variabele kosten stekkerij € 0,20 per hennepstek; en
- Inkoop zaden € 1 per hennepstek."
2.3.
Bij de beoordeling van het middel dient te worden vooropgesteld dat krachtens art. 511f Sv de schatting van het op geld waardeerbare wederrechtelijk verkregen voordeel slechts kan worden ontleend aan wettige bewijsmiddelen. Ingevolge art. 511e, eerste lid, Sv (in eerste aanleg) en art. 511g, tweede lid, Sv (in hoger beroep) is op de uitspraak op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel art. 359, derde lid, Sv van overeenkomstige toepassing. Dat betekent dat die uitspraak de bewijsmiddelen moet vermelden waaraan de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel is ontleend met weergave van de inhoud daarvan, voor zover bevattende de voor die schatting redengevende feiten en omstandigheden. (Vgl.
HR 26 maart 2013, ECLI:NL:HR:2013:BV9087.)
2.4.
De bestreden uitspraak bevat in strijd hiermee geen toereikende vermelding van de bewijsmiddelen waaraan de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel is ontleend. De bestreden uitspraak bevat in het bijzonder geen bewijsmiddel op grond waarvan het Hof een kweekcyclus van hennepstekken van twee weken als uitgangspunt heeft kunnen nemen.
2.5.
Het middel slaagt in zoverre. Dit leidt tot vernietiging van de bestreden uitspraak, zodat het middel voor het overige geen bespreking behoeft.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Amsterdam, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren A.L.J. van Strien en J.C.A.M. Claassens, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
11 december 2018.