ECLI:NL:HR:2018:2274

Hoge Raad

Datum uitspraak
7 december 2018
Publicatiedatum
6 december 2018
Zaaknummer
18/03620
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie inzake naheffingsaanslag omzetbelasting

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 7 december 2018 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van [X] B.V. tegen de uitspraak van de Rechtbank Gelderland van 30 juli 2018, nr. AWB 17/4553. Het beroep betreft een verzet van belanghebbende tegen een aan haar opgelegde naheffingsaanslag in de omzetbelasting. De Hoge Raad heeft beoordeeld of het beroep in cassatie ontvankelijk is. Het beroepschrift bevatte niet de gronden van het beroep, waardoor de griffier van de Hoge Raad op 23 augustus 2018 belanghebbende in de gelegenheid heeft gesteld om dit verzuim binnen zes weken te herstellen. Deze termijn eindigde op 4 oktober 2018. Aangezien belanghebbende niet tijdig heeft gereageerd en de op 10 oktober 2018 ingediende brief als te laat is aangemerkt, heeft de Hoge Raad besloten het beroep in cassatie niet-ontvankelijk te verklaren. De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing is openbaar uitgesproken en de zaak is behandeld door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, samen met de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, in aanwezigheid van waarnemend griffier F. Treuren.

Uitspraak

7 december 2018
Nr. 18/03620
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X] B.V.te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de
Rechtbank Gelderlandvan 30 juli 2018, nr. AWB 17/4553, op het verzet van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank betreffende een aan belanghebbende opgelegde naheffingsaanslag in de omzetbelasting.

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

Het beroepschrift in cassatie bevat niet de gronden van het beroep.
Bij brief van 23 augustus 2018, die volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL is afgehaald op de afhaallocatie, heeft de griffier van de Hoge Raad belanghebbende in de gelegenheid gesteld dat verzuim binnen zes weken na de dagtekening van deze brief te herstellen. Die termijn eindigde op 4 oktober 2018.
Nu herstel van het verzuim niet tijdig heeft plaatsgevonden – de op 10 oktober 2018 bij de Hoge Raad per fax ingekomen brief wordt als te laat ingekomen buiten beschouwing gelaten –, zal de Hoge Raad met toepassing van het bepaalde in artikel 6:6 Awb het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.

2.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 7 december 2018.